Hof van Discipline 27 augustus 2010, LJN: YA1149
Raad van discipline ’s-Gravenhage, 9 november 2009, LJN: YA0470
Advocaat treedt achter de schermen op om belangenconflict te verheimelijken.

– Advocatenwet artikel 46 (2.4 Vermijden van belangenconflicten)
– Gedragsregel 7

Feiten
Mr. X en zijn kantoorgenoten hebben in de periode van augustus 2004 tot april 2007 voor klager opgetreden alsmede voor de aan klager gelieerde vennootschappen. A was destijds directeur en bestuurder van de meeste vennootschappen van klager alsmede van B B.V. In B B.V. had zowel A als klager een 50%-belang. Eind februari 2007 heeft Z (voormalig bestuurder van één van aan klager gelieerde vennootschappen) mr. X telefonisch medegedeeld dat A werd verdacht van financiële onregelmatigheden bij B B.V. Mr. X heeft Z toen medegedeeld dat hij er verstandig aan deed de administratie veilig te stellen en een onderzoek naar de boeken te laten uitvoeren door een onafhankelijk accountant. Op verzoek van Z heeft mr. X A gepolst voor een gesprek.
Eind april zijn de bij het kantoor van mr. X in behandeling zijnde dossiers betreffende klager en de aan klager gelieerde vennootschappen overgedragen aan een opvolgend advocaat. Mr. X heeft mr. Y in 2007 verzocht en bereid gevonden ten behoeve van B B.V. en A voor de buitenwacht als raadsman op te treden in diverse procedures tegen aan klager gelieerde vennootschappen. Mr. Y en mr. X houden niet op hetzelfde kantoor praktijk. Z is één van de bestuurders van aan klager gelieerde vennootschappen. Bij e-mail van 21 mei 2007 heeft mr. X aan A bevestigd dat hij voor hem zou optreden in een aantal in de brief genoemde dossiers, met dien verstande dat in de zaak tegen één van de aan klager gelieerde vennootschappen vooralsnog mr. Y naar buiten zou optreden als advocaat van B B.V. en met dien verstande dat mr. X als juridisch adviseur van A zou optreden en mr. Y in die hoedanigheid van instructies zou voorzien. Uit de stukken volgt dat mr. Y als advocaat van A en B B.V. tegen aan klager gelieerde vennootschappen optreedt en hiervoor instructie vraagt of krijgt van mr. X.

Klacht
Klager is van mening dat het mr. X niet vrij staat om als raadsman op te treden voor A en B B.V. in diverse geschillen met aan klager gelieerde vennootschappen. Desalniettemin treedt mr. X feitelijk als raadsman van B B.V. en A op in diverse geschillen met aan klager gelieerde vennootschappen, terwijl mr. Y in die zaken op verzoek van mr. X als raadsman van zijn cliënten optreedt, zonder dat de rol van mr. X aan de diverse wederpartijen of derden kenbaar is gemaakt.

Overwegingen raad
Klager heeft onweersproken gesteld dat mr. X heeft gesproken met Z over de aanpak van de zaak tegen A. De raad is met klager dan ook van oordeel dat er geen sprake is van één van de uitzonderingsgevallen genoemd in Gedragsregel 7 lid 5 onder 1 t/m 3. Het stond mr. X derhalve niet vrij op te treden voor A en/of B B.V.
Nu de raad heeft vastgesteld dat het mr. X niet vrij stond de belangen van A en/of B B.V. te behartigen, stond het mr. X ook niet vrij mr. Y ter zake te instrueren. De raad overweegt dat door het kiezen van de onderhavige constructie mr. X heeft verheimelijkt dat niet mr. Y maar mr. X zelf de belangen van A en/of B B.V. behartigde. Mr. X heeft zich derhalve niet gedragen jegens klager zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

Beslissing raad
De raad verklaart de klacht gegrond en legt ter zake aan mr. X de maatregel van berisping op.

Beslissing hof
Bekrachtigt de beslissing van de raad.

Download artikel als PDF

Advertentie