‘Het is een enge gedachte dat rechters verregaande maatregelen kunnen opleggen zonder dat vaststaat of iemand daadwerkelijk schuldig is,’ zegt strafrechtadvocaat Carolien Noorduyn (Sjöcrona Van Stigt Advocaten in Den Haag) in een reactie op de brief die minister Opstelten begin februari naar de Tweede Kamer stuurde. Als het aan de minister ligt, mogen rechters verdachten vóór het vonnis maatregelen opleggen als een gebiedsverbod of verplichte zorg. Het gaat dan om verdachten van relatief lichte misdrijven waarbij het niet mogelijk is voorlopige hechtenis op te leggen.
Noorduyn spreekt van een zorgwekkende ontwikkeling. ‘Voorlopige hechtenis is niet voor niets aan strenge regels en voorwaarden gebonden. Het kan niet zo zijn dat hiermee een makkelijk alternatief wordt gecreëerd, zonder dat aan die vereiste waarborgen wordt voldaan. Het druist in tegen de onschuldpresumptie.’
Het scenario dat een verdachte ten onrechte een gebiedsverbod of andere maatregel krijgt opgelegd en achteraf wordt vrijgesproken, lijkt niet uitgesloten. ‘Dan zal er tevens moeten worden voorzien in een adequate compensatieregeling,’ aldus Noorduyn.