Beperking gefinancierde rechtsbijstand

Een nieuw stelsel van gefinancierde rechtsbijstand om zo de kosten ervan te beperken: staatssecretaris Teeven heeft een voorstel. Volgens de Orde is er echter geen legitieme basis de burger op te zadelen met de lasten.

Overtuigende argumenten om het huidige stelsel van gefinancierde rechtsbijstand voor on- en minvermogenden in te ruilen voor een ander stelsel ontbreken. Dat stelt Hans Vogels, namens de Algemene Raad van de Orde in een schriftelijke reactie van 2 februari op het voorstel van staatssecretaris Fred Teeven om het stelsel te vernieuwen. Doel van het voorstel van de staatssecretaris is ‘het voorkomen van ongebreidelde groei van de kosten van gefinancierde rechtsbijstand’. Deze kosten bedroegen in 2008, 2009 en 2010 respectievelijk 426, 452 en 472 miljoen euro.
Volgens Vogels is de groei van deze kosten echter inherent aan het overheidsbeleid. De toenemende bemoeienis van de overheid behoort volgens hem gepaard te gaan met ‘de bereidheid om groei van de financiële facilitering van rechtsbijstand te accepteren’.
Teeven schrijft per mail in reactie hierop dat hij het ‘uiteraard met de Orde eens is dat waar de overheid regels aan burgers oplegt, de burger de mogelijkheid moet hebben de toepassing daarvan in voorkomende gevallen door de rechter te laten toetsen. Anderzijds,’ schrijft hij, ‘maakt het feit dat rechtsbijstand een fundamenteel recht is niet dat wij de ogen zouden mogen sluiten voor de financiële consequenties en het beheersbaar houden van het stelsel.’

Aanbesteding
De gesubsidieerde rechtsbijstand wordt bekostigd door middel van open einde financiering. Dit houdt in dat er geen maximum is aan het aantal toevoegingen dat jaarlijks kan worden afgegeven. Om de kosten te beperken stelt de staatssecretaris drie ‘denkrichtingen’ voor waarmee hij de efficiëntie van het stelsel wil vergroten. Een van de genoemde mogelijkheden is de aanbesteding van rechtsbijstand op deelterreinen. Daarnaast oppert de staatssecretaris het versterken van de filterende functie van het Juridisch Loket als eerstelijn en de invoering van een leenstelsel, waarbij de kosten van rechtsbijstand geheel of gedeeltelijk door de rechtzoekende moeten worden terugbetaald.
De Orde ziet geen van deze voorstellen zitten. ‘De aanbesteding van rechtsbijstand op deelterreinen tast de vrije advocaatkeuze aan,’ zegt Vogels. Het versterken van de filterende functie van het Juridisch Loket heeft volgens het AR-lid geen zin omdat advocaten volgens hem zelf goed kunnen beoordelen of een cliënt een advocaat nodig heeft. En het probleem van het leenstelsel is volgens Vogels dat het burgers opzadelt met de lasten.
Wel ziet de Orde andere mogelijkheden om het huidige stelsel van gefinancierde rechtshulp efficiënter te maken. Vogels noemt de samenvoeging van het Bureau Slachtofferhulp met het Juridisch Loket, verdergaande specialisatie, invoering van het webportaal mijn.rvr, zodat de bureaucratie en regeldruk worden teruggedrongen en meer kwaliteitsverbetering in de advocatuurlijke praktijk en bij de overige stelselpartners.

‘Toegang gewaarborgd’
In het licht van de eerdere bezuinigingen op gefinancierde rechtsbijstand van 100 miljoen euro en de voorgenomen invoering van de kostendekkende griffierechten, waarmee de overheid 240 miljoen euro wil besparen, acht Vogels verdere maatregelen die de toegang tot het recht belemmeren zeer onwenselijk. Het AR-lid stelt dat het voorstel van de staatssecretaris niet tegemoetkomt aan de wettelijke verplichting dat elke burger met een juridisch probleem een beroep kan doen op rechtskundige bijstand. ‘Maar eer het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de grens heeft bepaald, zijn we weer zes jaar verder.’

Teeven is ervan overtuigd dat met zijn voorstel de toegang tot het recht voor de burger is gewaarborgd. ‘Overigens verplichten art. 18 Gw en art. 6 EVRM de regering de rechtsbijstand toegankelijk te maken voor on- en minvermogenden. Dat betekent niet dat het stelsel volledig door de overheid gefinancierd dient te worden.’
Op 1 maart bespreekt de staatssecretaris het voorstel met diverse partijen, waaronder de Raad voor rechtsbijstand, het Juridisch Loket en de Orde.

Sabine Droogleever Fortuyn

Download artikel als PDF

Advertentie