Kinderalimentatie en partneralimentatie zijn, behalve als indexering is uitgesloten, aan inflatiecorrectie onderhevig. In art. 1:402a lid 1 BW is bepaald dat de bij rechterlijke uitspraak of bij overeenkomt vastgestelde bijdragen voor levensonderhoud jaarlijks worden geïndexeerd met een door de Minister van Veiligheid en Justitie vast te stellen percentage. Dit percentage wordt meestal in oktober of november bekendgemaakt.
    
Als in een echtscheidingsconvenant een afspraak over indexering wordt gemaakt, wordt meestal ook bepaald wanneer de alimentatiebijdrage voor de eerste keer wordt geïndexeerd. Vaak zal dit 1 januari van het jaar zijn dat volgt op het jaar van ondertekening. Als een convenant in een van de laatste maanden van een jaar wordt gete-kend, willen partijen nog weleens afspreken dat de bijdragen twee jaar later voor het eerst worden geïndexeerd. Een wijziging kort nadat de afspraak is gaan gelden vinden zij dan te veel van het goede.
   
Maar hoe zit dit als de rechter de kinder- of partneralimentatie vaststelt? Een voorbeeld om dit te verduidelijken: In augustus 2011 dient een ouder een verzoek in tot wijziging van de kinderalimentatie tot 200 euro per kind per maand met ingang van 1 juli 2011 in. De mondelinge behandeling van het verzoek vindt in november 2011 plaats en de uitspraak volgt op 9 januari 2012. Bij toewijzing van het verzoek moet de alimentatieplichtige over de laatste zes maanden van 2011 maandelijks 200 euro voldoen. Wat moet hij in 2012 betalen, nu de alimentatie per 1 janua-ri 2012 met 1,3% is geïndexeerd? Het antwoord is: ook 200 per maand, omdat indexering is verschuldigd vanaf 1 januari volgend op het jaar waarin de alimentatie bij rechterlijke uitspraak (of overeenkomst) is vastgesteld (art. 1:402a lid 2 BW) – in het voorbeeld pas vanaf januari 2013.
   
Om te bewerkstelligen dat de bij verzoekschrift verzochte onderhoudsbijdrage al met ingang van 1 januari van het erop volgende jaar wordt geïndexeerd, moet dit de rechter expliciet worden verzocht. Zonder goede onderbouwing loopt men het risico dat het verzoek wordt afgewezen.

 

Koert Boshouwers

Download artikel als PDF

Advertentie