Gisteren hadden we Mu Sochua te eten. Dit is een hele eer, want Sochua is de Aung San Suu Kyi van Cambodja. Zij is de enige politica die het publiekelijk durft op te nemen tegen premier Hun Sen en zijn Cambodian People’s Party. In het parlement leidt ze de oppositie.
Sochua is een moedige vrouw. Politici, vakbondsleiders en activisten doen er goed aan zich aan de ongeschreven regels te houden. Alles mag gezegd en gedaan worden, zolang maar niet aan de fundamenten van de heersende macht wordt geknaagd. En dat is precies wat Sochua al jaren doet: strijden tegen alle vormen van onrecht die dit land kent. En dat zijn er veel. Met als gevolg intimidatie, vaak in de vorm van rechtszaken. Onlangs is ze nog veroordeeld voor het beledigen van Hun Sen, omdat ze het gewaagd had een rechtszaak tegen hem aan te spannen.
Tussen de gangen door vertelde Sochua over haar werk in het parlement. De partij van Hun Sen heeft de touwtjes daar strak in handen en allerlei regeltjes bedacht om de oppositie het leven zuur te maken. De voorzitter van het parlement, Heng Samrin, een belangrijk bondgenoot van Hun Sen, heeft zijn hand daar op de knop van de interruptiemicrofoon. En die microfoon gaat uit als het hem niet bevalt.
De voorzitter van het Rode Khmer-tribunaal, waar mijn cliënt Nuon Chea terecht staat, is uit hetzelfde hardhout gesneden als Heng Samrin. Hij is vanzelfsprekend lid van de Cambodian People’s Party, net als alle andere Cambodjaanse rechters. En hij heeft een losse vinger, waarmee hij mij telkens ‘elektronisch’ uitschakelt als ik iets zeg wat hem niet bevalt.
Dat gaat dan gepaard met Cambodjaanse krachttermen die zich niet in het Engels laten vertalen.
Ook ik word geacht mij aan de ongeschreven regels houden. En het belangrijkste taboe in het tribunaal is de rol die de huidige machthebbers zelf onder de Khmer Rouge gespeeld hebben – velen van hen hebben een verleden in de Rode Khmer. Dit geldt zeker ook voor Heng Samrin. De huidige parlementsvoorzitter zou zich onder de Khmer Rouge volgens mensen die het weten kunnen aan ernstige oorlogsmisdrijven hebben schuldig gemaakt.
Afgelopen week mocht ik Nuon Chea ondervragen. Toen Heng Samrin ter sprake kwam en ik vroeg naar zijn dubieuze verleden, wist de voorzitter van de rechtbank niet hoe snel hij mij het zwijgen moest opleggen. Niet voor het eerst werd mij de mond gesnoerd door eenvoudigweg de microfoon uit te zetten.
Mu Sochua hoorde het allemaal glimlachend aan. Als geen ander kent zij hier het klappen van de zweep.
Michiel Pestman