Hoe vaak kijken politie en justitie mee op social media-sites als Facebook, Twitter en Google? Staatssecretaris Teeven weigert inzicht in het aantal opvragingen en vorderingen van gegevens bij deze internetdiensten. Een rondgang leert dat advocaten ook geen idee hebben. ‘Als de opsporing via die manier verloopt is het de vraag of je erachter komt.’Bijlage:

Het aantal gegevensvorderingen door OM en politie bij social mediabedrijven wordt weliswaar centraal bijgehouden, maar openbaarmaking van deze gegevens zou het opsporingsbelang mogelijk schaden omdat het risico bestaat dat ‘personen hun gedrag op deze informatie gaan afstemmen,’ liet staatssecretaris Teeven vorige week weten in antwoord op Kamervragen van GroenLinks-parlementariër Arjan El Fassed. Controle achteraf is ook al niet mogelijk, omdat ‘naleving van de notificatieplicht in concrete gevallen niet centraal wordt bijgehouden.’

El Fassed legt zich daar niet bij neer kondigde deze week aan zelf onderzoek te gaan doen bij de bedrijven. ‘Het gaat me vooral om de transparantie, want ik vermoed dat het veel vaker gebeurt dan wij denken. De vraag is dan: waar zijn ze naar op zoek? Wie is verdacht en waarvan? Wordt er doelgericht gezocht, is er sprake van proportionaliteit?’

Je zou hopen dat advocaten dit soort informatie al wel zijn tegengekomen, zegt Simone Halink van burgerrechtenbeweging Bits of Freedom (BoF). Ook BoF zou graag weten wat er achter de schermen gebeurt. ‘Het gaat om informatie die uiteindelijk in het strafdossier terechtkomt.’

Maar of deze informatie zichtbaar wordt is nog maar de vraag, zegt de Rotterdamse strafpleiter Frank van Ardenne. ‘Als de opsporing via een weg loopt die men om welke reden dan ook wil verhullen (bijvoorbeeld om de opsporingsmethode niet bloot te geven) heeft justitie nogal eens de neiging vergaarde informatie via een ambtsbericht of proces verbaal van de Criminele Inlichtingen Dienst (CIE) in het strafdossier te laten belanden. Wat de herkomst is, is dan nauwelijks te achterhalen.’

Internetbedrijven zouden moeten laten checken in hoeverre zij verplicht zijn profielen van gebruikers aan opsporingsdiensten te overhandigen. Dat gebeurt ook wel, zegt privacy-specialist Christiaan Alberdingk Thijm. ‘Ons bereikt zo’n verzoek met enige regelmaat. Een probleem daarbij is dat veel van die bedrijven in de VS zitten, dus dan ben je zowieso onderworpen aan Amerikaans rechtsmacht, want veel servers staan in de VS. Maar ik betwijfel of die gegevens net zo interessant zijn als bijvoorbeeld gewone email-of zoekgegevens. De kans dat je via de telefoon gegevens uitwisselt is veel groter. Dus ik vermoed dat er niet zoveel uitkomt.’

Door: Tatiana Scheltema

Advertentie