Om uitkeringsfraude te voorkomen, kunnen uitkeringsinstanties in de toekomst zonder redelijk vermoeden de woning van de uitkeringsgerechtigde betreden. Wordt de toegang geweigerd, dan wordt de uitkering verminderd of stopgezet. Dat is de strekking van het wetsvoorstel Regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van huisbezoek, dat verleden week door de Kamer (in eerste termijn) werd behandeld. De regeling geldt voor iedereen die een uitkering ontvangt: bijstandsgerechtigden, AOW’ers, maar ook ouders die kinderbijslag ontvangen of mensen met een nabestaandenuitkering – bij elkaar bijna een derde van de bevolking.
‘Zinloos en disproportioneel’, een ‘inbreuk op grondrechten’, schending van art. 10 Gw en art. 8 EVRM, zegt Bernard de Leest van Zumpolle Advocaten in Utrecht, tevens secretaris van de Specialisatievereniging Sociaal Zekerheidsrecht advocaten (SSZ). ‘Je laat pure willekeur los op mensen die een uitkering hebben. En waarom? Instanties hebben nu al vergaande bevoegdheden om fraude te bestrijden.’
Volgens de PVV, ferm voorstander van het wetsvoorstel, wordt er voor een bedrag van 119 miljoen euro gefraudeerd. Dat fraudebedrag is op z’n minst discutabel, zegt De Leest. ‘Onder “fraudeurs” schaart men iedereen die ten onrechte een uitkering heeft ontvangen. Dus ook mensen die als gevolg van complexe regelgeving jarenlang ten onrechte een uitkering kregen. Daarvoor is de overheid zelf verantwoordelijk. Maar er is onvoldoende handhaving en geen goede poortwachter. Doe daar eerst iets aan.’
Ook de Raad van State adviseerde negatief over het wetsvoorstel.
Redactie