Justitia is door de eeuwen heen als aantrekkelijke vrouw afgebeeld. En het waren mannen die recht spraken. Tegenwoordig zijn het vooral vrouwen die recht spreken en hoofdzakelijk mannen die in opspraak raken. Het lijkt een van de redenen waarom het aanzien van de rechtspraak daalt. Ondertussen wordt vrouwe Justitia overheerst met afgedwongen prestatiecontracten en minimumstraffen.
Vrijwel dagelijks wordt er in de media gewaarschuwd dat de rechtsstaat in gevaar is. Recent zei Inez Weski in NRC Handelsblad: ´om te voorkomen dat de anonieme gewetenloosheid van mensen overheerst, moeten overheden drempels tegen oncontroleerbare macht opwerpen. Tot mijn droefheid zie ik juist het tegenovergestelde gebeuren.´
Een van de belangrijkste pleitbezorgers van de rechtsstaat was Herman Tjeenk Willink. In 2008 schreef hij: ‘Wetgeving heeft in de afgelopen decennia in zijn verschillende functies vooral een instrumenteel en daarmee ad hoc karakter gekregen ten behoeve van het bestuur. Daarmee dreigt de belangrijkste functie van de wet voor de burger – een normering die voorspelbaar, duidelijk en betrouwbaar is – te worden uitgehold. Dat tast de legitimiteit van de rechtsstaat aan.’
De echo van deze waarschuwingen is razendsnel verstomd. De rechtsstaat is een abstract begrip, sleets door veelvuldig gebruik. Debatteren over de rechtsstaat wordt gezien als een elitaire hobby.
Anders dan zijn voorganger zal Piet Hein Donner als nieuwe vice-voorzitter van de Raad van State zich niet in dit debat mengen. De harde kritiek van Tjeenk Willink was immers ook tegen hem gericht. En als pragmatische technocraat bekommert Donner zich niet zo om de rechtsstaat. Donners omstreden uitspraak uit 2006 getuigt hiervan: ‘Als tweederde van alle Nederlanders morgen de sharia zou willen invoeren, dan moet die mogelijkheid toch bestaan?’
De Raad voor de Rechtspraak ziet zichzelf als bijzondere hoeder van de rechtsstaat: ‘De Rechtspraak draagt een bijzondere verantwoordelijkheid voor het bewaken van de rechtsstaat en het waarborgen van de rechtsbescherming van de burger zoals neergelegd in internationale verdragen en de zich ontwikkelende Europese rechtsorde.’Toch fungeert de besnorde Van den Emster niet bepaald als indrukwekkend boegbeeld van de rechtspraak. Nooit zien we hem met de vuist op een regententafel slaan.
Wat we dus nodig hebben is een echte Vrouwe Justitia van vlees en bloed. Als een charmante waakhond. Een soort Beatrix van de rechtsstaat, maar een tikje jonger. Een elegante versie van Inez Weski. Bij voorkeur een ervaren rechter. Iemand als Wil Tonkens-Gerkema bijvoorbeeld.
De rechtsstaat moet aan de man worden gebracht. En liefst een beetje sexy.
Matthijs Kaaks