‘Nu de voorbereiding in Nederland bestaat uit bestudering van het OM-dossier, is een kritische en onafhankelijke blik onontbeerlijk.’
De zitting is het belangrijkste moment van het strafproces. De rechtbank wordt geconfronteerd met de verdachte en wordt vervolgens door het Openbaar Ministerie en de verdediging voorgelicht over de merites van de zaak. Daar waar in veel landen de zitting wordt benut om het bewijs ‘in levenden lijve’ te presenteren, is de praktijk in Nederland bepaald anders. De rechtbank heeft al kennisgenomen van het dossier van de opsporingsinstantie en tijdens de zitting beoordeelt de rechtbank doorgaans de onderzoekswensen, stelt ze vragen en houdt zij bewijsmiddelen voor. Logisch gevolg hiervan is dat rechters een zitting in verregaande mate zullen voorbereiden teneinde de economie van het proces te kunnen dienen.
Uit een recente beslissing van de wrakingskamer van Rechtbank Middelburg van 6 december 2011 (LJN: BU 8790) blijkt dat die voorbereiding kan worden uitbesteed aan een griffier die daarvan vervolgens een voorbereidingsformulier opstelt. De verdediging in die zaak kreeg per ongeluk een dergelijk formulier toegestuurd en vond de inhoud daarvan aanleiding voor een wrakingsverzoek.
‘Waardering zonder voorbehoud’
In hoeverre mogen rechters de voorbereiding overlaten aan een griffier? Een rechter dient een zaak immers onpartijdig en onbevooroordeeld tegemoet te treden. Zeker in strafzaken gaat het vaak om details. De rechter kan alleen op verantwoorde wijze tot een gedegen beslissing omtrent de rechtmatigheid en de overtuigingskracht van de bewijsmiddelen komen indien hij het volledige dossier doorneemt. Zeker omdat in de Nederlandse praktijk de voorbereiding voor een belangrijk deel bestaat uit de bestudering van het dossier van de opsporingsinstantie, is een kritische en onafhankelijke blik onontbeerlijk. Anders verwordt het proces al snel tot een toets of het proces-verbaal bewijs voor de tenlastelegging bevat en wordt niet onbevangen gezocht naar de waarheid.
De beslissing van de Rechtbank Middelburg illustreert dat het overlaten van die voorbereiding aan griffiers riskant is. De kwalificaties van de wrakingskamer zijn niet misselijk: ‘Inhoudelijk bevat dit voorbereidingsformulier weinig nuances, wordt er niet in vermeld of ook sprake is van ontlastend bewijs en formuleert de opsteller een waardering zonder voorbehoud over de vraag of de aan verzoeker ten laste gelegde feiten zijn bewezen. In het stuk worden geen vragen geformuleerd.’ Het zou mij niets verbazen als dit geen incident is maar een bestaande praktijk.
Naar mijn mening moet de rechter zelf een zitting voorbereiden. Het is onaanvaardbaar dat een rechter op zoek gaat naar het bewijs voor de tenlastelegging. Een dergelijke attitude zou een flagrante strijd opleveren met de onschuldpresumptie. De rechter moet niet voorafgaand aan de zitting willen vaststellen of een veroordeling mogelijk is. Het feit dat de Nederlandse strafrechter voorafgaand aan de zitting een politiedossier leest dat doorgaans weinig kritische noten bevat en volledig op bewijslevering à charge is gericht, is al erg genoeg en zal van de rechter het nodige kritische vermogen vergen.
En ter inzage
Waarom wordt dat voorbereidingsformulier eigenlijk niet tot de processtukken gerekend? Indien de rechter het nuttig vindt om zich aan de hand van een formulier voor te bereiden op de zitting, zie ik niet in waarom zo’n document niet ook aan de officier van justitie en de verdediging ter inzage wordt gegeven. De rechter zal bij de voorbereiding nu eenmaal vragen formuleren of onduidelijkheden constateren. Als de procespartijen daarvan kennis kunnen nemen, kunnen zij zich daarop alvast voorbereiden. Daarmee zou ook de proceseconomie zijn gediend.
Als de goede rechter onafhankelijk en onbevooroordeeld is, waarom zou hij dan niet transparant willen zijn over het voorbereidingsformulier? Deze openbaarheid zal het gezag van de rechter alleen maar doen groeien.
De Rechtbank Middelburg heeft tegen het einde van haar zelfstandige bestaan een belangrijke en juiste beslissing genomen en daarmee een onderwerp op de agenda gezet dat hoognodig aandacht behoeft.
1. Partner bij Hertoghs advocaten-belastingkundigen in Breda.