‘Proactief mediabeleid’, voorlichting, spinning, framing of ‘geregisseerde trans-parantie’ – hoe je het ook noemt, alle spelers in het (straf)proces proberen de journalistieke beeldvorming te beïnvloeden. Welk effect heeft dat op het rechterlijk oordeel?

 

Rechters moeten hun schroom afleggen en gewoon aanschuiven bij Pauw & Witteman. En de journalist moet kritisch blijven. Dat concludeerden oud-rechter Willem van Bennekom, OM-voorlichter Erwin Schievink en misdaadverslaggever Paul Vugts op 6 maart tijdens een symposium aan de Universiteit van Amsterdam over media en recht. Deelnemende studenten, de nieuwe lichting Amsterdamse journalisten, bleken van plan OM-voorlichters en persrechters met een gezonde dosis achterdocht te benaderen. Maar zij werden dan ook onderwezen door de auteurs van Gevaarlijk Spel, een studie uit 2011 naar de toenemende invloed van voorlichters, pr-medewerkers en spindoctors op de media.

 

Maar de praktijk is weerbarstig, wist misdaadverslaggever Paul Vugts van Het Parool: ‘Als ik meega met een arrestatieteam naar een inval op de Wallen weet ik dat ik voor het OM-karretje word gespannen. Maar ik doe het wél, want vrouwenhandel is een belangrijk onderwerp voor Het Parool. En als bij het OM de luiken dichtgaan praat ik alleen met de advocaat. Ik zal dan een kritische context scheppen. Als journalist moet je je er vooral van bewust zijn wie het best spint.

 

Interfereren

Het bewuste mediabeleid van het OM – zie de OM/TROS-tv-serie Fatale Fouten – werd door één van de studenten in haar scriptie omschreven als ‘geregisseerde transparantie’. Dat beleid vloeit voort uit de publieke taak van dit orgaan, zegt voorlichter Erwin Schievink. ‘Wij zijn bijvoorbeeld groot voorstander van camera’s in de rechtszaal. Vergelijk het met een voetbalwedstrijd. Als de scheidsrechter fluit voor een overtreding wil je toch die gele kaart zien. Je wilt toch zien welke sanctie iemand krijgt opgelegd.’

 

Het gaat mis als de wereld binnen en buiten de rechtszaal met elkaar interfereren, betoogde oud-advocaat en oud-strafrechter Willem Van Bennekom. Dat kan namelijk van invloed zijn op de uitkomst. ‘Tijdens het proces-Wilders werd aan getuige Jansen gevraagd of hij zich door raadsheer Schalken had laten beïnvloeden. Onmogelijk, zei Jansen: als wetenschapper liet hij zich niet beïnvloeden. Maar het is een publiek geheim dat de Rechtbank Amsterdam op dat moment niet over de beelden beschikte waarin Jansen zei wél door Schalken te zijn beïnvloed. De rechter zei dus niet: “Toen en toen beweerde u iets heel anders, hoe zit dat precies?” Het lijkt me niet onbelangrijk voor de waardering van de getuigenis.’

 

Tatiana Scheltema

Download artikel als PDF

Advertentie