Meer ethiek, vaardigheden en keuzemogelijkheden. De Beroepsopleiding (BO) en de Voortgezette Stagiaire Opleiding (VSO) samengevoegd tot een driejarige opleiding. En een externe instantie die het onderwijs verzorgt. De nieuwe advocatenopleiding krijgt steeds meer vorm.

 

‘De opleiding mag best wat zwaarder worden. Het is te veel lang leven de lol,’ zegt Renee Huijsmans (28), advocaat-stagiaire bij Goorts & Coppens Advocaten in Helmond. Sinds oktober 2011 maakt zij onderdeel uit van de klankbordgroep bestaande uit onder meer rechters, advocaten, onderwijskundigen en een directeur van een kunstacademie. De groep brainstormt over de invulling van de ‘Nieuwe Stagiaire Opleiding’ en voedt op deze manier de projectgroep van de Orde van Advocaten.

Aan de hand van de aanbevelingen in het rapport van Commissie-Kortmann werkt de Orde aan het tot stand brengen van de nieuwe opleiding die in 2013 van start moet gaan. Een van de grote veranderingen is dat de Orde het verzorgen van de opleiding gaat uitbesteden aan een externe instantie. In het najaar wordt besloten welke organisatie dat stokje van de Orde overneemt. Een stichting, bestaande uit de Orde en vertegenwoordigers van alle rechtenfaculteiten in Nederland, gaat de uitvoerende instantie aansturen.

 

Een driejarige opleiding

Daarnaast wordt de opleiding inhoudelijk grondig gereorganiseerd. Op dit moment bestaat de advocatenopleiding uit de Beroepsopleiding (BO) van een jaar en de tweejarige Voortgezette Stagiaire Opleiding (VSO). De twee opleidingen worden geïntegreerd in de driejarige Nieuwe Stagiaire Opleiding. Deze samenvoeging is volgens projectleider Tim van der Rijken bedoeld om ‘de opleiding te stroomlijnen. We willen de losse onderdelen beter op elkaar laten aansluiten.’

De aankomende advocaat-stagiaire krijgt verdeeld over drie jaar vaardigheids- en ethiekvakken en algemeen procesrecht. ‘Nu krijgen stagiaires alleen ethiekvakken gedurende het eerste jaar van hun opleiding,’ zegt projectcoördinator Michelle van Driel. ‘We willen die vakken verspreid over drie jaar laten doorlopen. Dat is belangrijk voor de vorming van de beroepsattitude.’

De nieuwe opleiding zal uit drie inhoudelijke leerlijnen bestaan: bestuurs- civiel- en strafrecht. Hieruit moeten stagiaires een keuze maken voor een major- en een minor-richting. Bovendien kunnen stagiaires, als ze dat willen, ook nog keuzevakken volgen in de richting van de derde leerlijn. Het is dus niet meer zo dat iedere stagiaire dezelfde, algemene, opleiding krijgt. Stagiaires kunnen zich specialiseren of juist kiezen voor een meer generalistische opleiding.

 

Accreditatie

Behalve de externe opleidingsinstantie, krijgen andere instanties de mogelijkheid een leerlijn te verzorgen. Ze moeten daarvoor wel aan de door de stichting gestelde eisen voldoen en worden geaccrediteerd. Een deel van de opleiding wordt dus geliberaliseerd. Het College van afgevaardigden, het ‘advocatenparlement’, heeft hier op 30 maart mee ingestemd. Het is mogelijk dat bijvoorbeeld de bestaande interne opleidingen, De Brauwerij en de Law Firm School van kantoren op de Amsterdamse Zuidas zo’n accreditatie krijgen.

De opbouw van de Nieuwe Stagiaire Opleiding staat inmiddels zo goed als vast. Aan de exacte invulling ervan wordt momenteel nog gewerkt. Welke kennis en vaardigheden moeten stagiaires na drie jaar beheersen? Hoe moet de stof worden verdeeld over de drie jaar? En hoe wordt er getoetst? Daar wordt nog een weg in gezocht. Mogelijk gaat de verbetering van de opleiding, met een intensievere begeleiding, gepaard met extra kosten. ‘Maar de opleiding moet wel betaalbaar blijven. Er moet dus een afweging worden gemaakt tussen de hoogte van de extra kosten en hetgeen het oplevert,’ zegt Van der Rijken.

 

Sabine Droogleever Fortuyn

Download artikel als PDF

Advertentie