Son Arun is mijn altijd goedlachse collega-advocaat. Met hem sta ik Nuon Chea bij. Door iedereen wordt hij major genoemd, binnen en buiten de rechtszaal.

In 1973 was onze major luitenant in het leger van Lon Nol, die aan het hoofd stond van een marionettenregime dat door de Amerikanen overeind werd gehouden in de strijd tegen de Rode Khmer, in die tijd een goed geoliede guerrillabeweging.

Major had de leiding over een uitgedunde legereenheid, die zich ergens langs de weg naar Phnom Pehn had ingegraven. De Amerikanen hadden hem geleerd hoe hij dat moest doen. De hoofdmacht aan de ene kant van de weg en de rest aan de andere kant.

Toen major op een goede dag een generaal zijn kant op zag vluchten, met de restanten van een subdivision, wist hij dat er onweer in de lucht was.

De Rode Khmer zat de generaal op de hielen en liep in de door major gelegde fuik. Hij heeft nog steeds geen idee hoeveel het er waren, maar ze waren allemaal in het zwart gekleed en voor de duvel niet bang. Ze bleven gewoon staan terwijl ze vanuit de lucht werden aangevallen, om hun geweren op de Amerikaanse vliegtuigen leeg te schieten.

De troepen van major werden omsingeld, terwijl de generaal en zijn subdivision de benen namen. Op de vijfde dag van de belegering werd het kleine kamp aan de overkant van de weg overlopen. Op de zesde dag begon het Amerikaanse moratorium op luchtaanvallen boven Cambodja.

Zonder Amerikaanse luchtsteun was het snel gedaan met de vesting van onze major. Hij zag een zwarte golf op zich af komen en zette het op een rennen, tegen de richting van de aanvallers in. De chaos heeft naar alle waarschijnlijkheid zijn leven gered. Halverwege sprong hij in een gat om dekking te zoeken, midden in een stapel lijken; zijn eigen soldaten.

Toen major eindelijk zijn eigen linies had bereikt, bleek dat zijn bodyguard en hij de enige overlevenden waren. Zijn volledige eenheid, ruim hondervijftig man, was door de Rode Khmer weggevaagd.

Hij glundert als hij het verhaal van zijn hinderlaag vertelt; het is zijn finest hour. Als ik hem zeg dat hij toch wel veel geluk heeft gehad, antwoord hij: ‘I
was’nt lucky, just smart.’

De ironie wil dat hij nu met mij Nuon Chea bijstaat, de belangrijkste nog levende leider van de Rode Khmer. Maar ironie is iets waar major mee heeft leren leven.

 

Michiel Pestman

Download artikel als PDF

Advertentie