Algemeen deken Jan Loorbach handhaaft het oordeel dat het ongelukkig is dat de Hoge Raad kandidaat-raadsheer Diederik Aben van de aanbevelingslijst heeft gehaald. Dat liet hij desgevraagd weten in reactie op het interview dat de president van de Hoge Raad, Geert Corstens, enkele weken geleden had met NRC Handelsblad. Aben schreef eind 2010 in een uitgelekte notitie dat de rechters in het proces-Wilders ten onrechte waren gewraakt.
Onder politieke druk werd Abens kandidatuur ingetrokken. Corstens motiveert dit in het interview: ‘Bij het doorzetten van deze aanbeveling zou een Kamerdebat zijn gevolgd waarbij Aben mikpunt van kritiek zou worden. Daarnaast zou de voordracht kunnen stranden.’ En op Loorbachs kritiek in de Volkskrant dat de hoogste rechter zich heeft laten intimideren, reageert Corstens: ‘De Hoge Raad beveelt aan, dat is niet bindend. De Tweede Kamer maakt de voordracht. Dat is wel bindend. Dat moeten onze critici niet vergeten.’
Jan Loorbach over dit laatste: ‘De aanbeveler hoeft de beslisser niet van een lastige beslissing te bevrijden.’ En hij kan zich voorstellen dat het doorzetten van de aanbeveling meer schade zou veroorzaken dan het terugtrekken ervan, in dit specifieke geval. ‘Maar met dit incident creëer je een precedent. Opportunistische politieke druk kan een aanbeveling ongedaan maken. Corstens heeft gekozen voor de meest geruisloze afdoening van deze incidentele situatie, terwijl ik werd beziggehouden door het structurele effect ervan. Maar ik besef ook dat ik in een positie zit waarin ik geen rekening hoef te houden met de belangen van de directe betrokkene, Aben.’

Download artikel als PDF

Advertentie