Als je een cirkel trekt om alle denkbare werkzaamheden van een advocaat doet de meldingsplicht van de advocaat onder de Wwft zich maar in een heel erg smalle punt uit de aldus gebakken taart voor.
De overgrote meerderheid van het advocatenwerk is procesgerelateerd. Dan geldt het beroepsgeheim onverkort en activeert de wetenschap van een ongebruikelijke transactie geen meldingsplicht. Wanneer de meldingsplicht wél bestaat (bijstand bij het voorbereiden of uitvoeren van financiële (waaronder fiscale), ondernemingsgerichte en onroerendgoedtransacties) dan zal de advocaat niet snel een cash component boven de 15.000 euro tegenkomen; dan blijft alleen de subjectieve indicator over. (‘Aanleiding om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of de financiering van terrorisme.) In die smalle taartpunt komen meldplichtige krenten dus maar spaarzaam voor.
In 2010 hebben advocaten achttien ongebruikelijke transacties gemeld; vier daarvan zijn volgens het jaarverslag van de FIU als verdacht doorgemeld. Die hadden samen een waarde van 60 miljoen euro. Ongeveer één melding per duizend advocaten; een promille is niet veel.
Het onderwerp kreeg recent aandacht in de media toen uit het jaarverslag van het BFT bleek dat advocaten veel minder melden dan andere meldingsplichtige beroepen (notarissen ‘scoorden’ 304 meldingen met een waarde van 147 miljoen euro). En toen mr. Stouten recent in een proefschrift opperde dat dat mogelijk te maken heeft met onvolkomen toezicht op de advocatuur kreeg dat een eenzijdige aandacht die geen recht deed aan de relevante rest van haar wetenschappelijke arbeid.
Die lage score lijkt gek, maar is in het licht van het voorgaande toch ook weer niet onverklaarbaar.
Of advocaten uit onwetendheid, slordigheid of wellicht zelfs met opzet meldingen achterwege laten staat naar mijn oordeel geenszins vast. Nader onderzoek is wel wenselijk.
Ondertussen is natuurlijk wel waar dat de meldingsplicht een nogal ‘schurende’ wettelijke beperking vormt op de vertrouwensrelatie die de mindset van een advocaat domineert. Een melding mag bovendien niet aan de eigen cliënt gemeld worden. Daarom voelt melding wellicht ietwat tegennatuurlijk aan.
Maar de wet is, vooralsnog tenminste, de wet. Advocaten behoren die correct na te leven en de dekens zullen daar verhoogd aandacht aan geven. Dat is in hun gezamenlijk beraad ook zo besloten. De Algemene Raad zal hen daarin ondersteunen.
Ondertussen blijven we enkele lopende procedures bij het EHRM volgen waarvan de inzet is om de meldingsplicht van advocaten geheel in strijd met de artikelen 6 en 8 van het EVRM en dus nietig verklaard te krijgen. Een just cause, lijkt me.
Jan Loorbach