‘Ja, laat hij het maar komen halen’, antwoordt de advocaat in Beetsterzwaag op mijn vraag of de schadevergoeding van 1200 Euro voor zijn cliënt (zonder verblijfsvergunning) bij hem binnen is, ruim een jaar na de rechterlijke uitspraak. Onze stichting helpt de analfabete Afrikaan bij de voorbereiding op zijn terugkeer. Hij had elf dagen ten onrechte vastgezeten wegens ‘fietsen op de stoep’. ‘Eindelijk rijk!’ riep hij na de uitspraak.
‘Komen halen?’ vraag ik. ‘Sinds wanneer moet een crediteur zijn geld komen halen bij zijn debiteur? U zou het geld toch naar onze stichting overmaken zodat wij het aan hem kunnen uitbetalen? De reis naar Friesland kost hem 50 Euro en een illegaal heeft geen cent!’
Vervolgens schrijft de Stichting Derdengelden van de advocaat: ‘De betaling dient rechtstreeks aan betrokkene te worden uitbetaald.’
Onze stichting: ‘Ik stuur u een machtiging van de Afrikaan dat het bedrag naar ons overgemaakt kan worden.’
Stichting Derdengelden: ‘De handtekening komt niet overeen met de handtekening die bij ons bekend is.’
Advocaat zelf (tot inkeer gekomen?): ‘Ik heb volgende week een afspraak in de buurt. Kan hij het op mijn afspraakadres komen ophalen?’
Maar helaas, de Afrikaan is die dag op pad voor de exporthandel die hij met een microkrediet van ons voorbereidt. Waarop de advocaat: ‘Als betrokkene de stad uit is voor een afspraak elders, heeft hij dus wél geld om naar Friesland te komen.’
Deze scherpzinnigheid verhult drie problemen:
* Schadevergoeding aan een illegaal, uitgesproken door de rechter, is een wassen neus, want een man zonder papieren kan nooit aan het formele vereiste van een identiteitsbewijs voldoen;
* De advocaat die een cliënt zelf heeft verdedigd, waarbij de rechtbank de cliënt als rechtssubject erkende, kan niettemin zijn Stichting Derdengelden niet overtuigen van de identiteit van zijn cliënt;
* De advocaat heeft een geprivilegieerd recht op het krediet van een cliënt aan wie hij geld verschuldigd is.
Onze stichting negeert de interventie van de plaatselijke Orde van Advocaten (‘Ach, doet u nu maar wat de advocaat vraagt’) en schenkt de Afrikaan ‘zijn’ 1200 Euro. Maar die kan het niet verdragen in de schuld te staan bij de stichting die zoveel voor hem betekent. Daarom reist hij met een geleende 50 Euro per openbaar vervoer naar Beetsterzwaag. Om 7 uur vertrokken, om 3 uur ‘s middags thuis. Een NS-dagtour van 8 uur!
Wij vragen: ‘Heb je de reiskosten teruggekregen?’ Hij: ‘de helft’. En hij glimlacht mild over deze Friese zuinigheid.

Francoise Gaarlandt-Kist,
secretaris Stichting Studiefonds PLUS

Download artikel als PDF

Advertentie