Raad van discipline ’s-Hertogenbosch
6 december 2010, nr. R 35/2010, LJN: YA1338
Een advocaat dient te vermijden dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in de uitoefening van zijn beroep in gevaar zouden kunnen komen
– Art. 46 Advocatenwet
– Gedragsregel 2 (2.4 Vermijden van belangenconflicten)
Feiten
Klager en zijn partner hadden een bod uitgebracht op een woning ad € 185.000. Dit bod was gebaseerd op een taxatie van een door klager ingeschakelde makelaar. De heer Y, echtgenoot van mr. X, trad op als makelaar van de verkopende partij. De verkopende partij accepteerde het bod van klager en zijn partner niet, waarna aan makelaar Z opdracht is verleend een tweede taxatie uit te brengen. Makelaar Z heeft op 14 mei 2008 een door haar uitgebracht rapport aan klager gestuurd. Makelaar Z kwam tot de conclusie dat de woning een onderhandse verkoopwaarde van € 208.000 vertegenwoordigde. Klager en zijn partner hebben de betreffende woning vervolgens voor dat bedrag gekocht. Makelaar Z heeft zijn declaratie van € 458,78 op aangeven van makelaar Y toegezonden aan klager. Deze weigerde tot betaling over te gaan, stellende dat makelaar Y, de echtgenoot van mr. X, niet namens hem had gehandeld bij het verstrekken van de taxatieopdracht aan makelaar Z en dat niet hij, doch makelaar Y als opdrachtgever had te gelden, althans de kosten voor zijn rekening zou moeten nemen. Makelaar Z heeft een incassoprocedure aanhangig gemaakt. Makelaar Z werd in rechte bijgestaan door mr. X. Klager heeft makelaar Y, de echtgenoot van mr. X, in vrijwaring opgeroepen. Makelaar Y werd in het vrijwaringsincident bijgestaan door een advocaat afkomstig van hetzelfde kantoor als mr. X. De vordering van makelaar Z op klager is door de kantonrechter afgewezen.
Klacht
De klacht luidt dat het mr. X niet vrij stond tegen klager op te treden.
Overwegingen
Een advocaat dient te vermijden dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in de uitoefening van zijn beroep in gevaar zouden kunnen komen. De advocaat moet te allen tijde bedacht zijn op de situatie dat hij ten opzichte van zijn cliënt niet meer de vrijheid en de onafhankelijkheid bezit om deugdelijk te adviseren en te representeren. Een belangenverstrengeling door financiële of persoonlijke relaties, kan de gewenste onafhankelijkheid in gevaar brengen, en kan maken dat de advocaat tot partij wordt. Voorts dient een advocaat niet op te treden tegen een wederpartij ten aanzien van wie hij over vertrouwelijke informatie beschikt die hij niet betrokken heeft van zijn cliënt.
Mr. X heeft een opdracht van haar cliënte aangenomen in een zaak waarvan haar vrijheid en onafhankelijkheid van beroepsuitoefening in gevaar zouden kunnen komen doordat haar echtgenoot (makelaar Y) belang had bij de wijze waarop zij zou adviseren en optreden voor haar cliënte en tegen klager. Er was immers het risico dat als de rechter de vordering van haar cliënte op klager zou afwijzen, haar echtgenoot (makelaar Y) als aansprakelijk zou worden beschouwd. Bij die vrijheid en onafhankelijkheid had dus ook de klager als tegenpartij belang.
Voorts beschikte mr. X over niet van haar cliënte verkregen vertrouwelijke informatie van haar tegenpartij-klager.
Op grond van het voorgaande komt de raad tot het oordeel dat mr. X niet betamelijk heeft gehandeld door onder de hiervoor weergegeven omstandigheden de opdracht van makelaar Z te aanvaarden. Mr. X heeft door haar optreden het vertrouwen in de advocatuur geschaad, niet alleen bij de klager, maar blijkens het vonnis van de kantonrechter ook bij een gerechtelijke instantie. De raad zal de klacht dan ook gegrond verklaren.
Beslissing
De raad verklaart de klacht gegrond en legt aan mr. X ter zake op de maatregel van enkele waarschuwing.