Alle gerechten in 2015 elektronisch toegankelijk
Over drie jaar zouden de digitale deuren van de rechtspraak wagenwijd open moeten staan. En hoewel het DigiNotar debacle zijn sporen heeft nagelaten en veel rechters en advocaten nog hechten aan papier, krijgt die ambitie steeds meer vorm.
‘Alle stukken die hier niet digitaal binnenkomen, zoals de gewone straatpost, moeten eerst onder de scanner en mogen dan pas worden gelezen. Al onze medewerkers kunnen met hun laptop via een beveiligde virtual private network verbinding op elke plek inloggen op onze server om de stukken te lezen,’ zegt Michel Collet van Collet International. Het kantoor richt zich op de vreemdelingenpraktijk en loopt voor als het om automatisering gaat. Eén van de redenen om alles te scannen is dat je op afstand lastig met elkaar kunt samenwerken als de stukken van papier zijn. ‘En je bent veel flexibeler qua werkplek.’
Maar op dit moment zijn gerechten lang niet altijd ingespeeld op de digitale wensen van advocaten. Zo hebben niet alle rechtbanken wifi. Michel Collet gebruikt dan maar zijn eigen modem; alleen in het Bossche justitiepaleis is de verbinding slecht. ‘Er zit iets in het gebouw dat stoort.’
Volgens Collet zijn veel rechters nog niet ingesteld op digitale media. ‘Soms kijkt de rechter mee op het schermpje van de griffier. Een rechter vroeg mij eens: “Heeft u daar een kopie van?” “Geef mij uw faxnummer maar,” zei ik.’ Een paar seconden later rolde het document via Collets laptop uit het faxapparaat dat vijf meter naast de rechter stond.
‘Liever een zitting’
De Raad voor de rechtspraak en het Ministerie van Veiligheid & Justitie hebben met elkaar afgesproken dat alle sectoren van alle gerechten in 2015 digitaal toegankelijk zullen zijn voor procesdeelnemers. Daarvoor moeten de gerechten diverse werkprocessen automatiseren. En moet een systeem van e-herkenning worden ingevoerd, zodat zeker is dat een gemachtigde van een advocatenkantoor de stukken heeft ingestuurd. Als dit DigiD-systeem is ingevoerd – de Orde overlegt hier momenteel over – kunnen advocaten behalve in bestuursrechtelijke ook in civiele en later strafrechtelijke procedures stukken elektronisch indienen.
Digitalisering heeft in alle fasen van de rechtspraak zijn intrede gedaan, zij het in verschillende mate. Het begint met het digitaal indienen van processtukken, gevolgd door het raadplegen van roljournalen, gerechtelijke registers en het digitale dossier. Het merendeel van de uitspraken wordt inmiddels digitaal ontsloten en videoconferenties maken het horen en pleiten op afstand (het zogenaamde telehoren en telepleiten) mogelijk. Zo moest op last van een Amerikaanse rechter een cliënt van hem eens een getuigenverklaring afleggen via videoconferencing, zegt Bart Gerretsen (NautaDutilh.) ‘Gezien de afstand was dat wel handig. Maar in Nederland hoef je nooit langer dan anderhalf uur te rijden. En dan heb ik liever een zitting.’ Die mening delen veel advocaten, al was het maar omdat je niet meer met de tegenpartij kunt overleggen in de wandelgangen.
In Nederland komen telehoren en telepleiten vrijwel alleen voor bij vreemdelingenbewaring. ‘Cliënten hebben er geen bezwaar tegen, maar ik mis de non-verbale communicatie,’ zegt Collet. Als hij ziet dat een rechter de wenkbrauwen fronst, licht hij zijn punt toe en als die een verveeld gezicht trekt, maakt Collet vaart. Maar bij telehoren is dat moeilijk te zien. ‘Vaak is het beeld vanwege de belichting slecht. Ik heb er jaren geleden al iets van gezegd, maar de situatie is niet verbeterd. Nu 3D televisie in zwang raakt, moet het met de goede led- en plasmaschermen echt mogelijk zijn een beter beeld te krijgen.’
Volgens Ronald van den Hoogen, op het ministerie van Veiligheid & Justitie belast met innovatie, wordt gewerkt aan een Europees Landelijk Jurisprudentie Nummer. Die variant op het LJN – de European Case Law Identifier (ECLI) – moet het vinden van vergelijkbare zaken in het buitenland vergemakkelijken. Maar hoe hard de ontwikkelingen ook gaan, in het arbeidsrecht kunnen bijvoorbeeld programmaatjes om de ontslagvergoeding en de afspiegeling te berekenen de beslissing van de rechter niet vervangen. Ook in strafzaken blijft de rechter maatwerk leveren bij de straftoemeting, met behulp van richtlijnen en databanken met min of meer vergelijkbare gevallen. Van den Hoogen: ‘Ik voorzie niet dat straftoemeting per computer een hoge vlucht zal nemen. Wel zullen vonnissen automatisch worden geanonimiseerd.’
DigiNotar
Bij de Centrale Intake Vreemdelingenzaken (CIV) konden beroepschriften sinds eind 2009 digitaal worden ingediend en bij de bestuursrechter sinds augustus 2011. In september 2011 wierp het DigiNotar debacle de digitalisering echter fors terug. Nadat hackers daar 247 frauduleuze certificaten hadden gemaakt, besloot toenmalig minister van Justitie Piet Hein Donner het vertrouwen in het bedrijf op te zeggen. In oktober 2011 is het Digitaal Loket voor de advocatuur heropend met een tussenoplossing. Sindsdien konden advocaten de roljournalen en registers weer raadplegen.
Ondertussen wordt hard gewerkt aan een definitieve oplossing die gebaseerd is op e-herkenning, zegt Karin Aarde, adviseur ICT en Recht van de Raad voor de rechtspraak. ‘In 2015 worden alle diensten met elkaar verbonden en staan alle dossiers op een beveiligde server van de rechtspraak.’ In het civiele recht kun je op dit moment alleen digitaal procederen bij de Geschillencommissie en E-Court. Deze online arbitrage-instituten maken geen deel uit van de rechtspraak.
Advocaat als digital artist
De zaak van Robert M. laat zien hoe de straftoemeting dankzij de digitale technieken ‘medialiseert.’ Het papieren dossier beslaat 180 ordners: probeer daar maar eens iets in te vinden! Gelukkig zijn de documenten in steeds meer strafzaken ook digitaal te lezen en te doorzoeken. Het is alleen nog niet mogelijk om online het dossier in te zien of stukken toe te voegen. Of dat in 2015 al kan, durft Van den Hoogen niet met zekerheid te zeggen.
De digitalisering maakt het in elk geval nu al gemakkelijker om beelden te vertonen in de rechtszaal. Zo liet het OM in de zaak-Robert M. een compilatie zien van misbruikbeelden en fragmenten van het politieverhoor.
Ook de advocatuur maakt vaker gebruik van zulke nieuwe mogelijkheden, zegt Marielle van Essen (Korver & Van Essen in Amsterdam). ‘Laatst heb ik in een moordzaak hele stukken van het politieverhoor laten zien. Ik voerde het verweer dat de politie een bekentenis had verkregen in strijd met het pressieverbod. Dan zie je hoe er tegen mijn cliënt wordt geschreeuwd en gaat het verweer voor de rechter wat meer leven.’
Voor strafzaken hebben alle gerechten een multimediazaal tot hun beschikking, maar dat wil niet zeggen dat beelden en geluidsopnamen altijd te zien en/of te horen zijn. Van Essen: ‘Soms lukt het niet om iets af te spelen. Daarom neem ik altijd een laptop mee, zodat we er met zijn allen rond de tafel van de rechter naar kunnen kijken. Daarnaast geef ik mijn pleidooi ook op schrift.’
Oud-advocaat en filmmaker Jaap Bakker voorziet ‘het einde van het elastiekje’ om het dossier. Samen met Ricoh en MultiCopy – grootmachten op het gebied van printen en printers – ontwikkelt hij een product om multimediaal te kunnen pleiten met behulp van een tablet. ‘Die 180 ordners over Robert M. zijn niet meer in woorden te begrijpen. Je hebt beelden nodig.’ Bakkers toekomstvisioen is dat advocaten uitgroeien tot digital artists en zich voor hun pleidooi mede laten bijstaan door ‘camerajournalisten’. Maar de advocatuur lijkt er nog niet warm voor te lopen. Afgelopen maart moest een workshop van Bakker worden afgeblazen wegens gebrek aan belangstelling.
Papier onmisbaar
Ook dat is tekenend. Ondanks de gebleken voordelen van de digitalisering, blijft de koudwatervrees. Zelfs als het digitaal opladen van stukken mogelijk is, vraagt de rechter volgens Collet toch vaak om toezending van de stukken. ‘Soms moet ik ze zelfs in drievoud faxen.’
‘En dat is wel zo veilig,’ zegt Alfred Balkema (Boulevard Heuvelink Advocaten in Arnhem), die wijst op een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Na twee mislukte pogingen om bij het UWV digitaal bezwaar te maken tegen de hoogte van zijn WW-uitkering, stuurde een werknemer zijn bezwaarschrift alsnog per post. Helaas ontving het UWV de zending te laat en kon de werknemer niet aantonen dat hij die eerder had verstuurd. Het bezwaar en beroep werden volgens de CRvB terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Voor strafpleiter Van Essen lijkt het echter niet snel genoeg 2015 te kunnen worden: ‘Stukken uit het dossier printen is in mijn optiek de taak van het OM die een zaak aanbrengt. Als je vijf ordners moet printen, ligt het hele kantoor plat.’
Digitalisering, waar en wanneer?
‘Er gebeurt een hele hoop achter de schermen. We zetten steeds kleine stapjes. Het wordt geen big bang,’ zegt Joost Hesseling, waarnemend sectorvoorzitter bestuursrecht bij de rechtbank Zwolle-Lelystad.
Strafrecht
De politie vult het digitale dossier onder meer met behulp van ZyLAB, een bedrijf dat zich richt op e-discovery en information managementoplossingen. Het dossier wordt door de rechtbank via de Digitale Voorziening Strafzaken (DIVOS) ter beschikking gesteld aan het OM en de verdediging, die er het hunne aan kunnen toevoegen. DIVOS moet in 2015 navolging hebben gekregen in andere sectoren.
Bestuursrecht
Het Centraal Inschrijfbureau Vreemdelingenzaken was sinds eind 2009 via het Digitaal loket rechtspraak bereikbaar. Na het DigiNotar debacle is begin vorige maand het Digitaal Loket voor het bestuursrecht heropend. Bij deze tussenoplossing loggen advocaten in met gebruikersnaam, wachtwoord en sms-code. Daardoor kunnen advocaten weer digitaal (hoger) beroep instellen bij de bestuursrechter. Roljournalen en gerechtelijke registers raadplegen kon alweer sinds oktober 2011. Er wordt gewerkt aan een nieuw toegangsportaal, dat gebaseerd is op e-herkenning.
Civielrecht
Bij online arbitrage-instituten als de Geschillencommissie en E-Court is digitaal procederen al mogelijk voor zaken met een belang tot 100.000 euro. E-Court deed tot nu toe ongeveer 2000 incassozaken. Partijen loggen in met een gebruikersnaam en pincode om stukken in te dienen, in te zien en om de stand van zaken te volgen. Partijen worden zowel digitaal als schriftelijk opgeroepen.
De bemoeienis van advocaten beperkt zich bij E-Court tot de rol van arbiter. Een procedure duurt zes weken en acht weken als partijen extra willen betalen voor een zitting.
Bij de rechtspraak gaat op 1 juli dit jaar de portal voor kleine geldvorderingen open. In 2013 begint de rechtspraak in Dordrecht en Rotterdam met een pilot voor de ‘e-kantonrechter’. Partijen die dat willen, kunnen online hun stukken indienen, dossiers volgen en hun griffierechten betalen.
Lex van Almelo