De dag dat Kenji Okano-Heijmans als advocaat werd beëdigd, vierde zijn kantoor Sinterklaas met zijn sectiehoofd in de rol van goedheiligman. Cultuurschok? Integendeel. ‘Ik hoop hier zo lang mogelijk te blijven.’
Met uitzondering van tulpen en molens wist Japanse rechtenstudent Kenji niets van Nederland toen hij op de universiteit in Tokio een Nederlandse studente ontmoette. ‘Ik wilde graag naar het buitenland om verder te studeren maar Nederland is geen voor de hand liggende keuze. De meeste Japanse studenten gaan naar Amerika of Engeland. Voor mijn toenmalige vriendin was in Japan blijven geen optie. Ze vond de cultuur interessant, maar daar werken is een ander verhaal. Er wordt niet altijd hard maar wel heel lang gewerkt. Men zit vaak tot middernacht op kantoor, voornamelijk te wachten tot de baas vertrokken is. Bepaald geen aantrekkelijke werkcultuur, dus de keus voor Nederland was snel gemaakt. Bewust, want het land sprak mij erg aan. De Hollandse studenten die ik in Tokio ontmoette durfden hardop voor hun mening uit te komen en schuwden de discussie niet, terwijl ze toch ook oog en oor hadden voor de mening van anderen. Ik vond dat behoorlijk indrukwekkend.’
Inburgeringscursus
In Nederland deed Kenji een LLM in International Business Law aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, waarna hij aan de slag ging als juridisch medewerker bij het Haagse kantoor Bird & Bird. Vervolgens belandde hij bij zijn huidige werkgever, Buren Van Velzen Guelen, als assistent aan de Japan desk. Een aantrekkelijke baan, maar Kenji was het studeren nog lang niet moe. ‘Ik wilde zowel de Nederlandse taal als het Nederlands recht leren kennen, mijn collega’s begrijpen en de bron van juridische adviezen doorgronden. Als rechtenstudent vond ik het mijn plicht me aan de Nederlandse wetgeving te houden, dus ik ben begonnen met een inburgeringscursus. De internationale omgeving van de cursus vond ik erg leuk, het was goed geregeld en ook nog eens gratis. Ik heb veel geleerd over de Nederlandse omgangsvormen zoals een hand geven en een koekje bij de koffie. Bij het maatschappelijk gedeelte van het examen haalde ik 93 van de 100 punten. Een mooie score, maar ik vraag me tot op de dag van vandaag af welke onderdelen ik heb gemist.’
Geen discussies
Kenji bekwaamde zich verder in de Nederlandse taal door te studeren voor het Staatsexamen Nederlands als tweede taal en haalde daarna twee certificaten Nederlands aan de Leidse letterenfaculteit. Toen was het tijd voor de rechtenstudie in Leiden en dat bleek een feest van herkenning. ‘Ik kwam er tijdens mijn studie achter dat het Nederlandse en Japanse recht veel overeenkomsten hebben. Tijdens de colleges vond ik het soms lastig de docenten te verstaan, maar de rechtsvraag snapte ik altijd. Japan heeft namelijk ook een continentaal rechtssysteem. Dat heeft te maken met machtsverhoudingen. Ongeveer 150 jaar geleden heeft Japan rechtssystemen uit Europa gekopieerd om zo als handelspartner een gelijke positie te kunnen verwerven.
Wat voor mij hier wel onherkenbaar was, is de mogelijkheid de uitslag van een tentamen te betwisten. In Japan is dat volstrekt ondenkbaar, er is geen millimeter ruimte voor discussie met de professor.’
Na drie jaar haalde Kenji zijn bachelor en kon hij aan de slag als advocaat. In Nederland werken meer Japanse advocaten maar naar alle waarschijnlijkheid is hij de eerste in Japan geboren en getogen man die als Nederlands advocaat is beëdigd. Bij Buren van Velzen Guelen adviseert Kenji Japanse bedrijven die via Nederland de Europese markt op willen. ‘Nederland is een belangrijk land voor ondernemers in Japan. Het is de gateway to Europe met een gunstig belastingklimaat. Ik adviseer mijn cliënten op allerlei rechtsgebieden. De gang naar de rechter maak ik niet graag, dat is niet erg Japans. Sterker nog, ontstaat er een conflict waarbij mijn cliënt heeft het gelijk aan zijn zijde heeft, dan nog kiest hij ervoor de wederpartij een vergoeding te betalen om zo het probleem op een vriendelijke manier op te lossen. Mijn Nederlandse collega’s snapten hier aanvankelijk niets van. Het is juridisch ook niet noodzakelijk, maar het is wel kenmerkend voor de Japanse manier van geschillenoplossing. Ik zie het als mijn taak mijn kantoorgenoten te leren onze Japanse cliënten beter te begrijpen.’
Met twee handen en een buiging
Negen jaar wonen en werken in Nederland hebben Kenji veranderd. Hij vertelt dat hij opener is geworden, meer uitgesproken in zijn mening. In dat opzicht voelt hij zich van het ondoorgrondelijke Japanse keurslijf bevrijd. Ook zijn naam is veranderd. Naast zijn Japanse achternaam heeft hij ook de naam van zijn vrouw aangenomen zodat hij nu officieel Kenji Okano-Heijmans heet. ‘Vaak lees ik de aanhef “geachte mevrouw,”‘ lacht hij. ‘Mijn vrouw is erg leuk en ik respecteer haar. Ik vond het een mooie manier om onze verbintenis te tonen. Het is ook een goede ijsbreker bij het uitwisselen van visitekaartjes. Daarin ben ik overigens wel erg Japans gebleven. In Japan bied je het naamkaartje aan met twee handen en een kleine buiging. Verder leg je altijd je eigen kaartje onder die van de cliënt als teken van respect. Zoals sommige collega’s achteloos wat visitekaartjes op tafel gooien, dat kan echt niet. Ook de Japanse buigingen maak ik nog steeds, bij begroetingen en zelfs aan de telefoon. Dat zit er zo diep in. Maar voor de rest ben ik heel Nederlands geworden en daar geniet ik van. Ik hoop hier zo lang mogelijk te blijven.’
Anna Italianer