Terwijl menig Randstedelijke vork dag in dag uit de advocatenuurtjes à 500 euro van tafel harkt als een gretige croupier in een casino, ruziet een rechter met een advocatenkantoor in Assen over een declaratie van 1600 euro. De rechter heet Ton Lennaerts en hij was één van de Icesave-gedupeerden. Hij wilde via PlasBossinade advocaten zijn spaarcenten veiligstellen door middel van beslag. Zover is het niet gekomen. Ruim drie jaar later is de rechter nog steeds boos over de rekening die hij kreeg voor het nooit opgelegde beslag. Advocaten van het kantoor in kwestie werden keer op keer de oren gewassen wanneer ze zich op de rechtbank vertoonden. Het volledige advocatenkantoor heeft rechter Lennaerts daarom onlangs gewraakt.
Om meerdere redenen is het boeiend deze kwestie nader te beschouwen.
Allereerst de plaats waar dit zich afspeelt. We kennen Assen van de Molukse gijzeling in het Provinciehuis in 1978. Van de boot van Pesse, te bezichtigen in het Asser museum. Skelterliefhebbers kennen het Verkeerspark. Het ministerie van Landbouw heeft er de Mestbank gevestigd.
En nu is er dus de zaak van mr. Lennaerts. Toch vond ik nimmer aanleiding om te procederen in Assen, waar de monumentale rechtbank mooi is gelegen aan de Brink.
Dan de bijzondere verhouding tussen een advocaat en een rechter die zijn
cliënt wordt.
Daar zit een zekere spanning. De rechter weet het meestal beter. Een goede advocaat beseft dat.
Zelf zei Lennaerts er op 21 mei in NRC Handelsblad ongeveer dit over: ‘Eerst moet je zo’n advocaat uitleggen hoe hij beslag moet leggen en daar stuurt hij dan vervolgens een rekening voor.’
De boosheid van de Drentse rechter is ook om een andere reden begrijpelijk. Hij moet zijn eigen advocaat betalen. Voor hem geen landsadvocaat die in de houding schiet. Voor hem geen subsidie van de Raad voor de rechtspraak. Terwijl hij weet dat een Haagse collega jarenlang tonnen mag wegprocederen in een kansloze smaadprocedure tegen een advocaat. Een rechter uit Assen zit nu eenmaal ver weg van de Haagse potjes.
Maar hoe kon het zover komen? Duidelijk is dat PlasBossinade beter geen declaratie had kunnen sturen. Een barterdeal was beter geweest. De rechter geeft een workshop beslagrecht rondom zijn eigen casus. Het voltallige kantoor neemt er kennis van. Doneert een goede fles wijn. Noteert per persoon vijf kostbare opleidingspunten en doet dan het zaakje met gesloten beurs.
Dan was het zaakje in Assen in elk geval geen pijnlijke zaak geworden.
Matthijs Kaaks