Advocaten voor advocaten
Een plan om de Pakistaanse mensenrechtenadvocate Asma Jahangir uit de weg te ruimen lekte onlangs uit. Dit keer is het menens, zegt de advocate.
Functionarissen op het hoogste niveau binnen de Pakistaanse veiligheidsdiensten Inter-Services Intelligence (ISI) beramen volgens mensenrechtenactiviste Asma Jahangir een aanslag op haar leven. Dat meldde zij op 4 juni in een televisie-interview. De advocate ontving de informatie naar eigen zeggen ‘via een veiligheidslek’ uit zeer betrouwbare bron.
Jahangir (60) is één van Pakistans meest gerenommeerde mensenrechtenactivisten. Zij is deken van de Pakistaanse Advocatenorde bij het Hooggerechtshof en was eerder Speciale Rapporteur van de VN, eerst inzake buitengerechtelijke executies, later op het gebied van geloof en godsdienstvrijheid.
Op 31 mei was Jahangir nog in Brussel op uitnodiging van een aantal leden van het Europese Parlement, waar Klaartje Stalenhoef (advocaat bij Kennedy Van der Laan) van Lawyers for Lawyers met haar sprak. ‘Zij gaf daar een inspirerende voordracht. Nadat we hoorden over de bedreiging hebben we contact met haar opgenomen. Op 8 juni mailde Asma Jahangir terug met het verzoek haar te helpen. De dreiging wordt zeer serieus genomen vanwege haar positie en werkzaamheden. De exacte aanleiding is ons niet bekend. Jahangir is al vaker bedreigd. Het verschil met die bedreigingen is dat de informatie nu echt ‘gelekt’ blijkt en dus niet primair tot doel lijkt te hebben om slechts te intimideren.’
Sinds jaar en dag stelt Jahangir de machtspositie van het Pakistaanse leger en veiligheidsdiensten aan de kaak. Op dit moment verdedigt zij Husain Haqqani, de Pakistaanse ambassadeur in de VS, in het zogeheten Memogate-proces. Haqqani werd in november 2011 door het leger tot aftreden gedwongen omdat hij in verband gebracht werd met een uitgelekte, anonieme memo, die opdook na de liquidatie van Osama bin Laden in mei 2011. De memo bevatte een verzoek aan de Amerikaanse regering om steun aan het burgerbewind van president Zardari, in het geval het leger de macht zou grijpen uit woede over de actie van Amerikaanse mariniers op Pakistaans grondgebied.
Haqqani en Zardari ontkennen elke betrokkenheid bij de memo. Volgens Jahangir wordt Haqqani valselijk beschuldigd en heeft ook hij doodsbedreigingen ontvangen. In december beval het Pakistaanse Hooggerechtshof een onderzoek naar de herkomst van de memo. Een teleurstellende uitspraak, aldus Jahangir, waarmee de Hoge Raad zich lijkt te scharen aan de kant van het leger en daarmee ‘de nationale veiligheid boven fundamentele mensenrechten stelt’.
Tatiana Scheltema