Echtelijke woning als gevangenis

Scheiden is duur, dus in deze tijd van economische crisis en onverkoopbare huizen zouden mensen minder snel uit elkaar moeten gaan. In hoeverre dat beeld klopt, daarover vertellen advocaten met uiteenlopende praktijken.

Geldgebrek en onzekerheid over inkomen zorgen voor extra spanningen in een huwelijk. Vroeger bleven echtparen bij elkaar voor de kinderen, nu voor het huis. Noodgedwongen, omdat het huis onverkoopbaar is, althans voor de gewenste prijs. Steeds meer huiseigenaren zitten met een onderwaarde. De vraag rijst of familierechtadvocaten minder echtscheidingen doen als gevolg van de crisis en of dat nog verschilt per soort kantoor.
Bart Appels van de Echtscheidingswinkel, advocaat in Eindhoven: ‘Hoewel het aantal telefoontjes en andere verzoeken om informatie blijven binnenkomen hebben we wel minder verzoekschriften ingediend. In 2008, 2009 liep dat zo’n tien tot vijftien procent terug, schat ik. Maar het is aangetrokken en inmiddels is het aantal echtscheidingen bij ons weer stabiel. Het grootste probleem voor de cliënten is nu de onderwaarde van de woning. Scheiden is toch al duur, vooral door de dubbele woonlasten en een onverkoopbaar huis maakt de lasten extra zwaar.’
De Echtscheidingswinkel hanteert een onconventionele aanpak: er werken drie advocaten en drie tot vier anderen die jurist of hbo-jurist zijn. Appels: ‘Wie belt, krijgt direct een jurist aan de lijn. Verder hebben we korte doorlooptijden en we hanteren een vaste prijs. In zo’n tachtig procent van onze zaken krijgt de vrouw een toevoeging en de man niet. Hierdoor betaalt de man zo’n 1600 euro en de vrouw 160 euro all-in. Wij doen vrijwel uitsluitend echtscheidingen op gemeenschappelijk verzoek. Onze klantenkring typeer ik als een doorsnee van Nederland.’ Appels heeft de vFAS- gevolgd (‘een uitstekende opleiding’), maar wil zich niet aan de voorwaarden van de Vereniging van Familierecht Advo-ca-ten Scheidingsmediators conformeren. ‘Wij staan een zakelijke aanpak voor. Emotionele privézaken moeten pri-vé blijven. Zo nodig verwijzen we door naar hulpverleners,’ zegt hij. ‘Wij beginnen waar anderen eindigen: met het verzoek-schrift.’ Cliënten komen bij de Echtscheidingswinkel via mond-tot-mondreclame, de eigen site en smart-phone-apps.

Drie jaar aftrek
Marike Lindhout van Prinsegracht Advocaten in Den Haag heeft een sociale praktijk. Meer dan de helft van de zaken doet zij op basis van een toevoeging. Betalen beide cliënten, dan rekent zij 180 euro per uur excl. btw (geen kantoorkosten). Heeft een van de twee een toevoeging, dan betaalt de ander 90 euro per uur. ‘Wij merken niets van de crisis, althans niet in de toestroom van de zaken. We kunnen het werk nauwelijks aan. Cliënten komen uit alle hoeken en gaten: via andere cliënten, andere advocaten, het Juridisch loket, de website, noem maar op. Wel merken we duidelijk dat de cliënten in financiële problemen zitten. Sommigen komen in de schuldsanering terecht en vragen ons een betalingsregeling. Soms blijven ze noodgedwongen samen eigenaar van het huis, omdat degene die vertrekt niet ontslagen kan worden uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheeklening. Banken hebben de hypotheekeisen aangescherpt. Maar scheiden doen mensen wel, als ze dat nodig vinden. Als het huis niet verkocht wordt en partijen blijven samen eigenaar, is het de uitdaging om daar een goede regeling voor te maken.’
     Emma Kostense van Van Hilten de Vries Van Ruitenbeek Advocaten & Mediators in Den Haag herkent deze ervaringen. ‘We hebben het ontzettend druk, ook met collaborative divorce. Eind 2009 zagen we een dipje. Onze cliënten, veelal uit de bovenlaag van de maatschappij, leken te willen wachten tot de crisis voorbij was. Maar toen duidelijk werd dat die nog wel even ging duren, barstte de drukte weer in volle omvang los. Het leek wel een of er een inhaalslag werd gemaakt.
     Huizen vormen een groot probleem. Ten eerste is de waarde nu moeilijk vast te stellen, ten tweede geven banken moeilijk ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de andere echtgenoot en stellen zij scherpe eisen als de achterblijvende partij een extra hypotheek nodig heeft. Ten derde kan de volledige hypotheekrente maar twee jaar worden afgetrokken als een van de echtgenoten verhuisd is. Dit fiscale aspect brengt mensen dan alsnog in de problemen. Bij verkoop is in het algemeen de regeling versoepeld in die zin dat de hypotheekrente drie jaar kan worden afgetrokken voor het oude en het nieuwe huis. Ik vind het onbegrijpelijk dat de fiscus die regeling niet ook in geval van echtscheiding toepast. Vergeleken met mensen die hun huis “gewoon” verkopen laat de overheid scheidende mensen in de kou staan.’
Een oplossing kan zijn toescheiding aan één van beide echtgenoten op basis van een relatief lage waarde, zoals de WOZ-waarde of de hoogte van de hypothecaire lening, zodat er geen over- of onderwaarde is, aldus Kostense. ‘Dat combineren we met een antispeculatiebeding, waarbij partijen overeenkomen dat een eventueel meer- of minderwaarde wordt verrekend wanneer het huis binnen een bepaalde periode wordt verkocht. Zo dragen mensen samen het risico en blijft de volledige hypotheekrente aftrekbaar. De bank moet wel akkoord gaan.’

Leuk
Ook zonder onverkoopbaar huis, al dan niet met een ten opzichte van de verkoopwaarde te hoge hypotheek, levert scheiden een flinke inkomensvermindering op, althans voor vrouwen. Moeders bij wie de kinderen blijven wonen, gaan er gemiddeld 21 procent in koopkracht op achteruit. Vaders gaan er dan gemiddeld juist op vooruit en wel met 33 procent, zo blijkt uit cijfers van het CBS. ‘Vrouwen kiezen voor harmonie en rust,’ aldus Appels, ’terwijl mannen de strijd aangaan en er zo financieel beter uitspringen.’ Kostense verklaart de effecten op de koopkracht na echtscheiding ten eerste uit de manier waarop draagkrachtberekeningen nu eenmaal werken: ‘Eerst moet de alimentatieplichtige voor zichzelf kunnen zorgen, pas daarna wordt gekeken of er ruimte is om alimentatie te betalen, althans voor de partner.’ Daarnaast ziet zij de arbeidsmoraal van vrouwen als een belangrijke factor. ‘De wetgever gaat er vanuit dat iedereen in beginsel voor zichzelf moet kunnen zorgen. In Nederland is dat bepaald nog niet op peil; veel getrouwde vrouwen zien werk als iets wat vooral leuk moet zijn en niet te veel tijd mag kosten. De druiven zijn zuur bij een echtscheiding door de achterstand op de arbeidsmarkt, die vaak niet meer in te halen is.’

Kortom, scheiden is duur maar wie het echt niet meer met elkaar uithoudt, zet kennelijk toch de stap, inkomensvermindering ten spijt. Desnoods blijft het huis gezamenlijk eigendom; daar wordt dan een mouw aan gepast.

Een dipje in 2009
Het aantal ingediende verzoekschriften tot echtscheiding bij de rechtbanken is vrij constant. Sinds 2003, toen de net opgerichte Raad voor de rechtspraak dit ging registreren, schommelt het aantal zo tussen de 33.000 en 34.000. In 2009 werden er 32.700 verzoekschriften ingediend, in 2010 34.700 en in 2011 34.000. Van een dalende trend, of welke trend dan ook, is geen sprake, aldus een woordvoerder van de Raad voor de rechtspraak, want significant zijn de schommelingen niet. ‘Echtscheidingen vormen een stabiele zaakstroom.’
Lag het aantal in de GBA ingeschreven echtscheidingen per jaar jarenlang rond de 32.500, in 2009 daalde dit tot ruim 30.000, zo blijkt uit CBS-cijfers. In 2010 lag het weer rond de 32.500. Jan Latten, hoogleraar Demografie aan de UvA en hoofddemograaf bij het CBS: ‘De verlaging in 2009 kan verschillende oorzaken hebben: de economische crisis, het instorten van de woningmarkt, maar ook de invoering van het verplichte ouderschapsplan en de afschaffing van de flitsscheiding. Allemaal omstandigheden die in dat jaar speelden en voor zover mij bekend weet niemand wat precies welke rol heeft gespeeld. Daar is bij mijn weten nog geen onderzoek naar gedaan.’

Henriette van Wermeskerken

 

Advertentie