De Amsterdamse deken presenteerde dinsdagochtend zijn bezwaren tegen de praktijkvoering van Bram Moszkowicz. De advocaat erkent dat hij op onderdelen fout heeft gehandeld. Maar het zwaarste dekenbezwaar tegen hem, het aannemen van contant geld door cliënten, verwerpt hij.

Bram Moszkowicz kan zich deels vinden in de klacht die de Amsterdamse deken Germ Kemper zal indienen bij de Raad van Discipline. Kemper deed de afgelopen maanden onderzoek naar de praktijkvoering van Moszkowicz, nadat in de media berichten waren opgedoken waaruit zou blijken dat de Amsterdamse advocaat contact geld had aangenomen en een geschil had met de Belastingdienst. Dat laatste is overigens door de deken niet onderzocht.

Niet, laat of afwijkend gereageerd
Het onderzoek is mede uitgevoerd door een ‘hoogleraar met een financiële achtergrond,’ meldt Bert Kreemers, woordvoerder van deken Kemper. Moszkowicz heeft daaraan meegewerkt. Wel gaat één van de bezwaren over het feit dat Moszkowicz in een eerdere fase van het onderzoek – voordat de hoogleraar erbij was betrokken – niet, laat of ontwijkend op vragen van de deken heeft gereageerd. ‘Dat kwam simpelweg door drukte op het werk,’ verweert Moszkowicz zich tegenover het Advocatenblad.

‘Geen halsmisdrijf’
Het dekenonderzoek, dat vandaag is afgerond en waarvan enkele elementen naar buiten zijn gekomen, hekelt verder de financiële praktijkvoering van Moszkowicz. Zo ontbreken de jaarrekeningen de laatste paar jaren. ‘Klopt,’ geeft Moszkowicz toe. ‘Er was iets met de accountant, maar daar wil ik het niet op afschuiven. Het is gewoon slordig. Ik bevind me overigens in goed gezelschap want veel grote kantoren zijn te laat met het deponeren van de jaarstukken.’ Volgens Kreemers gaat Moszkowicz alsnog de jaarstukken opstellen. Moszkowicz noemt het feit dat hij jaarstukken niet heeft gedeponeerd én dat hij niet of laat reageerde op vragen van de deken ‘geen halsmisdrijf.’

Honorarium in contanten
Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat cliënten van Moszkowicz hadden geklaagd over onduidelijkheden in het in rekening gebrachte honorarium, dat overigens in contacten was betaald. Met name dat laatste is een serieuze overtreding van de regels. Kreemers: ‘Sinds enkele jaren mogen advocaten geen geld meer in contacten aannemen, tenzij daarover met de deken vooraf wordt overlegd. Soms kunnen cliënten geen bankrekening openen en dan kan dat een rechtvaardiging zijn om cash te accepteren. Maar als een cliënt méér dan 15.000 euro in contanten betaalt of wil gaan betalen, dan moet de deken worden ingelicht.’ Volgens Kreemers is het ‘stelselmatig’ voorgekomen dat Moszkowicz contanten aannam, zonder de deken daarover in te lichten. Hoe vaak – dat is wel onderzocht maar dat wil de woordvoerder niet zeggen.

‘Testcase voor de tuchtrechter’
‘Honderd jaar lang mocht je contanten accepteren en sinds 2010 niet meer,’ reageert Moszkowicz. ‘De verplichting dat ik dat moet melden kunnen ze me niet opleggen. Want daarmee zou ik mijn geheimhoudingsplicht doorbreken.’ Moszkowicz spreekt van een principiële kwestie en ‘een testcase voor de tuchtrechter’. ‘We hebben het wel over de strafrechtpraktijk. Onze cliënten zijn van een andere orde dan grote bedrijven en hebben niet altijd een bankrekening. Het verschil tussen de strafrecht- en andere praktijken moet wel worden onderkend.’

‘Einde maatschap staat er los van’
De Amsterdamse deken Kemper had al in mei aangekondigd dat het rapport over de praktijkvoering van Moszkowicz klaar zou zijn. Juist in die periode werd de maatschap van de gebroeders Moszkowicz ontbonden. ‘Die constructie is in het dekenonderzoek wel aan de orde geweest, maar is verder niet onderzocht,’ aldus Kemper. Moszkowicz: ‘Het eindigen van de maatschap staat volledig los van deze kwestie. Dat kan ik naar eer en geweten zeggen.’

Er is één element dat Moszkowicz bij voorbaat vrijpleit: er is niet gebleken dat er praktijkinkomsten zijn die niet in de financiële administratie zijn verantwoord. De beklaagde: ‘Dus alles staat in de boeken. Zet u dat ook in uw stukje?’

Door Michel Knapen

Advertentie