De dekens van de lokale Ordes wijzen de plannen van staatssecretaris Teeven voor een nieuw toezicht op de advocatuur scherp af. ‘Te zot voor woorden.’
Teeven wil met zijn plan, waarover alleen nog een persbericht is vrijgegeven, de lokale dekens onder een college van toezicht plaatsen dat bemand wordt door mensen van buiten de advocatuur. Zij kunnen de dekens aanwijzingen geven – die deze moeten opvolgen – en bij geschillen inzage krijgen in cliëntendossiers.
‘Te zot voor woorden, een aanval op het beroepsgeheim,’ zegt de Groningse deken Jan Dijkstra. ‘Botst dit niet met de rechtsstatelijkheid?’ vraagt de Bredase deken Emilie van Empel zich af. Ook de Arnhemse deken Paul Wilmink is er fel tegen dat het college van toezicht zaken inhoudelijk mag gaan toetsen. ‘De dekens worden zetbazen van het college,’ zegt de Middelburgse deken Marijn Dieleman. ‘Dat bepaalt wat er gaat gebeuren. Dekens zullen aan gezag inboeten. Ik vraag me af wie er nog gemotiveerd zal zijn voor het dekenaat.’
Ook de bemiddelende rol van de deken zou grotendeels komen te vervallen. Klachten tegen een advocaat gaan rechtstreeks naar de griffiers van de Raad van Discipline. Dijkstra: ‘Teeven realiseert zich volstrekt niet wat er op die griffiers afkomt. Bovendien kost het extra geld, terwijl er al op de rechtspraak bezuinigd wordt. Ook de rechters worden extra belast. Hun werk in disciplinaire zaken gaat ten koste van de reguliere rechtspraak. Ook dat heeft uiteraard financiële consequenties, want rechters worden afgerekend op het aantal vonnissen.’
‘Een onzalig plan’, vindt ook de Rotterdamse deken Nardy Desloover. ‘Het wordt er niet efficiënter op en het zal kostbaarder zijn. Dit is in niemands belang, zeker niet in het belang van de burger.’ Hij wijst op het hoge succespercentage van de eerstelijnsbemiddeling door hem en zijn voorgangers in Rotterdam. ‘Tweederde van de klachten wordt daarin bevredigend afgedaan. Dat bewijst dat deze benadering werkt.’
Hand in eigen boezem
De overheid krijgt een te dominante rol in de organisatie van de rechtsstaat, vinden alle dekens. Volgens het voorstel van Teeven zou de Orde de kandidaten van het college van toezicht mogen voordragen, maar heeft de staatssecretaris het laatste woord bij de benoeming. Dat past niet in een onafhankelijke advocatuur, aldus de dekens.
Het is niet dat men scherper toezicht op de advocatuur geheel afwijst. Van Empel steekt de hand gedeeltelijk in eigen boezem: ‘Wij hebben verantwoording af te leggen aan de maatschappij, net zo goed als bijvoorbeeld accountants en artsen. Het opzetten van een beter toezicht heeft misschien wel langer geduurd dan wenselijk ware.’ Wilmink (Arnhem): ‘Er blijft maar het hardnekkige beeld bestaan dat de advocatuur een beroepsgroep is waar van alles mis is. Er valt veel te verbeteren, maar van alles mis? Integendeel.’
‘Weinig elegant’
Op basis van de aanbevelingen uit het rapport van van Arthur Docters van Leeuwen is er juist de laatste tijd veel gebeurd, zegt Desloover (Rotterdam). ‘In koppels werken we samen aan onderwerpen die harmonisering behoeven, zoals een eenduidige klachtenprocedure. De landelijke Orde heeft ook al goede voorstellen gedaan. Teeven doorkruist dat met zijn plannen.’
De dekens vinden het ook vreemd dat ze de voorstellen van Teeven nog steeds niet hebben mogen inzien. Van Empel: ‘We moeten het doen met een persbericht. De hele gang van zaken is weinig elegant’. ‘Teeven ligt op ramkoers met de advocatuur’, zegt Dieleman (Middelburg). ‘Hij verwacht dat de Orde nu ook zijn tanden zal laten zien. Na het reces worden de messen geslepen.’
De ministerraad heeft op 6 juli ingestemd met de plannen; afgelopen maandag is de tweede nota van wijziging naar de Tweede Kamer gestuurd.
Tekst Arnoud Veilbrief