‘Te zot voor woorden, een aanval op het beroepsgeheim,’ zegt de Groningse deken Jan Dijkstra naar aanleiding van de plannen van staatssecretaris Teeven om een college van toezicht voor de advocatuur op te tuigen. Dat college, dat bemand wordt door mensen buiten de advocatuur, kan de dekens aanwijzingen geven – die deze moeten opvolgen – en bij geschillen inzage krijgen in cliëntendossiers. Ook de bemiddelende rol van de deken zou grotendeels komen te vervallen en klachten tegen advocaten zouden voortaan rechtstreeks terechtkomen bij de griffiers van de raad van discipline.
Dijkstra: ‘Teeven realiseert zich volstrekt niet wat er op die griffiers afkomt. Bovendien kost het extra geld, terwijl er al op de rechtspraak bezuinigd wordt. Ook de rechters worden extra belast. Hun werk in disciplinaire zaken gaat ten koste van de reguliere rechtspraak. Ook dat heeft uiteraard financiële consequenties, want rechters worden afgerekend op het aantal vonnissen.’ ‘Botst dit niet met de rechtsstatelijkheid?’ vraagt de Bredase deken Emilie van Empel zich af. ‘De dekens worden zetbazen van het college,’ zegt de Middelburgse deken Marijn Dieleman. ‘Dat bepaalt wat er gaat gebeuren. Dekens zullen aan gezag inboeten. Ik vraag me af wie er nog gemotiveerd zal zijn voor het dekenaat.’ ‘Een onzalig plan’, vindt ook de Rotterdamse deken Nardy Desloover. ‘Het wordt er niet efficiënter op en het zal kostbaarder zijn. Dit is in niemands belang, zeker niet in het belang van de burger.’ Hij wijst op het hoge succespercentage van de eerstelijnsbemiddeling door hem en zijn voorgangers in Rotterdam. ‘Twee derde van de klachten wordt daarin bevredigend afgedaan. Dat bewijst dat deze benadering werkt.’
Op basis van de aanbevelingen uit het rapport van van Arthur Docters van Leeuwen is er juist de laatste tijd veel gebeurd, zegt Desloover. ‘In koppels werken we samen aan onderwerpen die harmonisering behoeven, zoals een eenduidige klachtenprocedure. De landelijke Orde heeft ook al goede voorstellen gedaan. Teeven doorkruist dat met zijn plannen.’