Het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen, opgericht om de kwaliteit van de getuigen-deskundigen te waarborgen, ligt onder vuur. Het zou niet onpartijdig zijn. ‘Gelukkig hebben wij het NRGD niet nodig.’

Critici stelden eind juni in een artikel in De Telegraaf dat het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) zijn oren te veel laat hangen naar het OM en instituten die er nauw mee verbonden zijn, zoals het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Steen des aanstoots was de weigering van het NRGD om forensisch psychologe Corine de Ruiter en de handschriftdeskundigen Ed en Wanda Waisvisz te registreren. Ook het echtpaar Selma en Richard Eikelenboom van onderzoeksbureau Independent Forensic Services zou bewust door het NRGD ‘buiten de deur’ gehouden zijn.
‘Het is een grote farce,’ zegt Selma Eikelenboom over het NRGD. Ze vertelt dat haar man betrokken was bij de opstelling van de criteria van het NRGD voor DNA-deskundigen. Maar toen kreeg de DNA-deskundige zelf een oproep van het NRGD voor een mondelinge toets, waaraan hij weigerde zich te onderwerpen. ‘We vertrouwden het niet. We hebben gelijk gekregen, want forensisch psycholoog Corine de Ruiter moest ook een mondelinge toets afleggen en zij werd vervolgens afgewezen.’
Volgens Selma Eikelenboom blijkt de voorkeursbehandeling van NFI -deskundigen uit het lage niveau waarop ze getest worden door de het NRGD. ‘Het NFI analyseert DNA-sporen voornamelijk op het source level, dat alleen iets zegt over de herkomst van het DNA-spoor. Daar heeft het NRGD de criteria speciaal voor aangepast.’ Het NRGD zou haar man echter, in strijd met afspraken, hebben willen testen op een hoger niveau.

Zwarte lijst
‘Bij de onafhankelijkheid van het NRGD kun je inderdaad vraagtekens zetten,’ zegt strafpleiter Job Knoester (Nolet Advocaten in Den Haag). ‘Zeker als er mensen worden afgewezen als Corine de Ruiter. Ik ken arresten van het gerechtshof in Den Haag waarin het oordeel van De Ruiter hoger wordt aangeslagen dan dat van NRGD-deskundigen. Verder doet het de reputatie van het NRGD geen goed dat Richard en Selma Eikelenboom niet staan geregistreerd.’ Nolet is een kantoor dat in een vroeg stadium van strafzaken de rechter al verzoekt om eigen deskundigen aan te stellen, aldus Knoester. ‘Voor ons kantoor zegt het niets als ze het keurmerk van het NRGD hebben. We hanteren een zwarte lijst van getuigendeskundigen die onder de maat zijn en daar staan ook mensen op die bij het NRGD zijn geregistreerd. Het register is na de ophef over de Schiedammer parkmoord ingesteld om de kwaliteit van de getuigen-deskundigen te verhogen, maar ik bespeur op dit punt geen verbetering.’
Knoester verbaast zich erover dat rechters gemakkelijk getuigen-deskundigen van het NRGD toewijzen. ‘Als hij maar ingeschreven staat, dan is het onderzoek ter terechtzitting naar de deskundigheid alleen maar een formaliteit. Ik heb onlangs een zaak meegemaakt waarin een psychologisch deskundige door het OM naar voren werd geschoven van 26 jaar die nog maar anderhalf jaar klinische ervaring had. Dat vind ik te weinig.’

Vijftig NFI-aanvragen afgewezen

Wie het register van het NRGD op internet opzoekt, krijgt inderdaad de indruk dat het NRGD er exclusief is voor medewerkers van het NFI. De twintig DNA-deskundigen die door het NRGD in orde zijn bevonden, blijken allemaal bij het NFI te werken. Datzelfde geldt voor de drie geregistreerde drugsexperts, de drie geregistreerde wapen- en munitie-experts en de zes geregistreerde forensisch toxicologen. Ze zijn ook allemaal werkzaam bij het NFI. Van de drie handschriftonderzoekers die het NRGD heeft geregistreerd, hebben twee een arbeidsrelatie met het instituut.
‘Wat op onze website staat, zegt nog niet alles,’ reageert John Coster van Voorhout, de voorzitter van het NRGD. Hij wijst erop dat van de 520 aanvragen die het NRGD heeft ontvangen voor registratie, er vijftig zijn afgewezen. Daaronder zaten ook verzoeken van medewerkers van het NFI, verzekert de NRGD-voorzitter. Verder zegt hij dat in totaal dertig procent van de aanvragers een mondelinge toets bij het NRGD hebben moeten ondergaan.
De ophef rondom de recente afwijzingen verbaast Coster van Voorhout niet. ‘Het gaat om personen die vaak al langer forensisch werk verrichten, maar voor de toetsing kunnen we ons niet beperken tot hun reputatie. Alle deskundigen die zich bij het NRGD aanmelden, worden op dezelfde wijze aan dezelfde normen getoetst, ongeacht hun werkgever.’
De waarde van de registratie bij het NRGD is volgens Coster van Voorhout groot. ‘Als je niet staat ingeschreven, heb je toch iets uit te leggen aan de rechter. Anderzijds: een inschrijving is nog geen heiligverklaring. Het kan zijn dat een rechter in een heel specifieke casus een geregistreerde deskundige bevraagt of hij de bijzondere kennis daarvoor wel in huis heeft.’ Met een inschrijving is een deskundige er nog niet.
De criteria worden continu aangescherpt en van geregistreerden wordt verwacht dat zij zich bijscholen. ‘Sowieso krijgt iedere ingeschrevene na vier jaar een nieuwe beoordeling,’ zegt Coster van Voorhout. Ook veranderen de criteria van het NRGD onder invloed van Europese regelgeving. ‘Brussel heeft enige vereisten voor DNA-onderzoek in een Kaderbesluit vastgelegd en dat heeft natuurlijk ook invloed op onze beoordeling.’
Uitgangspunt voor het NRGD is volgens Coster van Voorhout wel dat de kennis die getoetst wordt wetenschappelijk een stevig fundament heeft. Dat is de reden dat het NRGD DNA-deskundigen alleen op het zogenaamde source level test en nog niet op een hoger niveau. ‘Wetenschappers zeggen ons dat daarover nog geen gedegen uitspraken gedaan kunnen worden. Dus wachten wij er nog even mee die kennis te toetsen.’

‘Genoeg advocaten willen ons’
Het Nederlandse Forensisch Instituut bestrijdt dat ze voorgetrokken wordt door het NRGD. Dat veel geregistreerde deskundigen een arbeidsrelatie hebben met het NFI komt volgens de woordvoerder doordat het instituut nu eenmaal veel forensische kennis in huis heeft.
Desalniettemin is Selma Eikelenboom, zelf forensisch arts, niet van plan zich aan te melden bij het register. Ze vreest dat de criteria voor haar vakgebied ook worden toegespitst op de deskundigheid van het NFI. ‘Er is al jarenlang binnen justitie een beweging gaande om het NFI te versterken. Gelukkig hebben wij het NRGD helemaal niet nodig. Er zijn genoeg advocaten die ons willen inschakelen en er zijn ook genoeg rechters die de verzoeken van de advocaten inwilligen.’

Download artikel als PDF

Advertentie