De verkiezingen zijn nabij, de verkiezingsprogramma’s zijn beschikbaar en de debatten daarover welsprekend en informatief. In ieder geval informatief over hoe partijen het electoraat denken te paaien. Dat maakt de programma’s wel selectief informatief.
De NovA heeft met de collega-organisaties van notarissen en deurwaarders het initiatief genomen om partijprogramma’s te laten toetsen op compatibiliteit met rechtsstatelijke principes. Een soort CPB-doorlichting, maar dan dus niet financieel. Denk aan een evenwichtige verhouding tussen de drie staatsmachten, deugdelijke toegang tot het recht en aan respect voor de grondrechten zoals het discriminatieverbod, de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst.
Als u van plan bent uw stem vooral te gunnen aan rechtstatelijke deugdzaamheid, raadpleeg dan de rapportage van de gezaghebbende commissie die deze toetsing voor ons heeft uitgevoerd!
Voor mij ligt behalve dat rapport ook een overzicht van passages uit de verkiezingsprogramma’s die op het domein van de rechtspleging betrekking hebben.
Bij lezing bekruipt je de vraag of die programma’s geschreven zijn als de consciëntieuze en uitputtende condensatie van wat op dit moment ideologisch binnen een partij leeft of dat het cynisch opportunistische marketing tools zijn. In dat laatste geval zijn beloven en weglaten sturende principes.
Het is jammer maar wel daaruit verklaarbaar dat soms een partij over een bepaald onderwerp een erg interessant standpunt inneemt en dat je daarover dan in andere verkiezingsprogramma’s tevergeefs naar een standpunt zoekt.
Zo mag tegenwoordig aan de ene kant het slachtoffer zich in warme kamerbrede ontferming koesteren maar zijn er aan de andere kant maar vier partijen die iets zeggen over constitutionele toetsing, waaronder niet VVD, CDA, PVV en PvdA. En dat terwijl de tweede lezing tot wijziging van de Grondwet stof staat te verzamelen op de parlementaire agenda (initiatief Halsema, weet u nog?). Uit dergelijke catalogi is het lastig winkelen.
Ik stel daarom de instelling voor van een Hoog College van de Kiesmatrix. Het HCKM moet in samenspraak met het Nederlandse electoraat een lijst van de belangrijkste 50 politieke items opstellen en uitzetten op een horizontale as. Daar voegt het HCKM nog 25 ‘ kroon-items’ aan toe die de kiezers misschien niet bedenken maar die wel wezenlijk zijn. De politieke partijen staan dan in de verticale as en moeten alle 75 hokjes volschrijven. Dat verfijnt ook de werking van de Kieswijzer en verwante tools, lijkt me. Als ik bijvoorbeeld vanwege de slachtofferparagraaf van de Christenunie overweeg op die partij te stemmen, kan ik tenminste even checken of het standpunt van die partij over constitutionele toetsing, of de griffierechten, mij daar toch vanaf zou moeten houden.
Ik wens u in het stemhokje veel wijsheid toe!
Jan Loorbach
Correctie
In mijn commentaar in het nummer van 16 augustus 2012 is een hinderlijke fout geslopen. In de laatste alinea staat: ‘onpartijdige en onafhankelijke advocaat.’ Dat moet natuurlijk ‘partijdige en onafhankelijke’ zijn.