-Hof van Discipline 13 september 2010, nr. 5731, LJN: YA3189
-Raad van discipline Amsterdam 2 februari 2010, LJN: YA0350

Grievende uitlatingen, beschuldigingen en verspreiding daarvan.

-Art.  46 Advocatenwet (3 Wat een behoorlijke advocaat betaamt t.o. de wederpartij; 3.1 Grievende uitlatingen);
-Gedragsregels 1 en 31.

Feiten
Klager is rechercheur bij de politie. Als teamleider was hij verantwoordelijk voor een onderzoek naar betrokkenheid van verdachten in een grootscheepse hennepteelt en hasjhandel. Mr. X trad op voor één van de hoofdverdachten. Mr. X heeft in een brief aan het arrondissementsparket de gebruikte opsporingsmethode van politie en justitie ter discussie gesteld en geconcludeerd dat illegale opsporingsmethoden zijn gebruikt. In de brief stelde hij dat in strijd met de waarheid een suggestieve start van het onderzoek moest worden gecreëerd.
Tijdens een daaropvolgende openbare regiezitting bij de strafrechter heeft mr. X gezegd dat niet ondenkbaar en niet onwaarschijnlijk is, dat is gesjoemeld met de bijzondere opsporingsmiddelen.
De Telegraaf heeft in een aantal artikelen aandacht besteed aan de zaak en gemeld dat de rechtbank een getuigenverhoor heeft gelast in welk kader het gebruik van illegale opsporingsmethoden aan de orde zou worden gesteld. De naam van klager is daarbij niet genoemd.

Klacht
Mr. X heeft zich in woord en geschrift onnodig grievend over klager uitgelaten door hem meerdere malen te beschuldigen van valsheid in geschrifte en meineed. Hij heeft deze aantijgingen verspreid en openlijk ten gehore gebracht met het kennelijke doel daaraan ruchtbaarheid te geven.

Overwegingen raad
Hier geldt de door het Hof van Discipline gehanteerde maatstaf dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat 1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien 3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend.
Met betrekking tot de onder (2) genoemde beperking moet voorts in het oog worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft omdat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van het feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren.
De raad zal het optreden van mr. X derhalve aan de hand van deze maatstaf beoordelen.
Mr. X heeft de naam van klager geen enkele maal genoemd in de door klager overgelegde brieven. De naam van klager is wel naar voren gekomen in het verzoek van mr. X in een brief om hem, met een aantal andere personen, te doen horen bij de rechtbank. De naam van klager komt evenmin voor in de krant.
De naam van klager is slechts vanuit het oogpunt van functionaliteit genoemd, namelijk in het kader van het verzoek van mr. X om hem voor de rechtbank als getuige te horen. Mr. X is hierbij op geen enkele wijze persoonlijk geweest, laat staan onnodig grievend.

Beslissing raad
Verklaart de klacht ongegrond.

Overwegingen hof
Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. Daaraan voegt het hof het volgende toe. Ten aanzien van de uitingen die een advocaat in het kader van de belangenbehartiging in het openbaar doet, geldt dat die vallen onder de door artikel 10 van het EVRM beschermde vrijheid van meningsuiting. Deze vrijheid kan op grond van het EVRM slechts worden beperkt indien deze beperking bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is (EVRM 28 oktober 2003, NJ 2004, 555). In het onderhavige geval is niet gebleken dat mr. X zich ten aanzien van klager heeft uitgelaten op een wijze die een behoorlijk advocaat niet betaamt, zodat er voor enige beperking in zijn vrijheid van meningsuiting geen grond bestaat.

Beslissing hof
Bekrachtigt de beslissing van de raad.

Download artikel als PDF

Advertentie