Minimumstraffen, toenemende vergeldingsdrang en de afnemende bescherming van verdachten: het strafrechtklimaat verhardt, volgens Ralph Hermans, bestuurslid van Stichting MENS. ‘Wij bundelen onze krachten om tegenwicht te bieden.’
‘Politici verschaffen het publiek onjuiste informatie en wij denken een nuttige rol te kunnen vervullen door een tegengeluid te laten horen,’ aldus Ralph Hermans, docent straf(proces)recht aan de Vrije Universiteit Amsterdam en bestuurlid van de onlangs opgerichte Stichting MENS (Mens en Strafrecht). Deze stichting, bestaande uit wetenschappers en strafrechtadvocaten, wil de beeldvorming omtrent de verharding van het strafrechtklimaat nuanceren en bijstellen. Volgens Hermans meer dan noodzakelijk.
Kolen op het vuur
‘Kijk bijvoorbeeld eens naar de verkiezingsposters van de VVD waarop staat dat mensen zich onveilig voelen. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek laten zien dat het veiligheidsgevoel van burgers prima is, mensen voelen zich veilig in hun leefomgeving. Of het verkiezingsspotje, sorry ook weer van de VVD, over een woningoverval. Daarin wordt gesteld dat als het slachtoffer aangifte doet, de dader alweer op straat staat. Dat is onmogelijk, want iemand die verdacht wordt van een dusdanig ernstig delict en is aangehouden, zal voorlopig niet op vrije voeten zijn. Met dit soort onjuiste beweringen gooien zij kolen op het vuur van de zogenoemde ‘onveiligheid’, aldus Hermans. ‘Het publiek wordt bespeeld.’
Eigen gewin
Op de vraag of politici de roep vanuit de samenleving om zwaarder te straffen volledig kunnen negeren, reageert Hermans: ‘Het zou niet goed zijn een dergelijk geluid te negeren, maar klinkt die roep daadwerkelijk uit de maatschappij of wordt de die gegenereerd met het oog op politiek gewin? De beweringen over hogere criminaliteit zijn voor het overgrote deel ook uit de lucht gegrepen, want deze zijn niet te onderbouwen met cijfers. Criminaliteitscijfers zijn al jaren stabiel of laten op sommige punten zelfs een daling zien. Het punt is dat iets aan het rollen is gebracht en het blijkt dat dit nog maar moeilijk is te stoppen.’
Abstract vs concreet
Hermans werkte anderhalf jaar geleden op de vakgroep Strafrecht van de Universiteit van Tilburg waar hij met collega strafjuristen sprak over de verkilling van het strafrechtklimaat. ‘Wij verbaasden ons steeds meer over de toon en de inhoud van de wetsvoorstellen die wij van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voorbij zagen komen, die vonden wij soms ronduit cru,’ vertelt Hermans. ‘Als jonge garde wetenschappers vonden wij het tijd iets van ons te laten horen.’ Aanvankelijk schreven zij een manifest dat door verschillende media werd opgepakt en op veel sympathisanten, waaronder strafrechtadvocaten, mocht rekenen. ‘Toen bleek dat ook veel strafpleiters zich actief wilden committeren, leek het ons goed het enigszins formeler op te zetten en onder één noemer te brengen ook om makkelijker naar buiten te kunnen treden,’ licht Hermans toe. En Stichting MENS was half augustus een feit. En het mooie volgens Hermans: ‘de visie van wetenschappers en strafrechtadvocaten strookt met elkaar. We leren van elkaar, abstracte tegenover concrete inbreng.’
Deze werelden – praktijkvoorbeelden uit de advocatuur en een rechtswetenschappelijke laag – komen in hun opiniestukken bij elkaar. De stichting brengt deze actief naar buiten, onder media en politici. ‘Onze kennis van het strafrecht willen wij gebruiken om op een informatieve en begrijpelijke manier deel te nemen aan het publieke debat,’ zegt Hermans. ‘Wij bundelen onze krachten om tegenwicht te bieden aan de verkilling van het strafrecht dat nu gaande is.’
Afgelopen dinsdag ging de site ‘het is nog wat rudimentair’ van de stichting live, www.mensenstrafrecht.nl waarop opiniestukken zijn te vinden. En binnenkort ook informatie over het kroegdebat dat na de verkiezingen plaatsvindt met Kamerleden en het congres ‘Hoe te reageren op misdaad? Op zoek naar de hedendaagse betekenis van preventie, vergelding en herstel’ op de Universiteit van Tilburg donderdag 8 november.
Tekst: Hedy Jak