Om langere doorlooptijden van rechtszaken te voorkomen, zou een ‘substantiële verhoging’ van de financiële bijdrage van het ministerie van Veiligheid en Justitie voor de rechtspraak nodig zijn. Dat schrijven minister Opstelten en staatssecretaris Teeven in de begroting van hun departement voor volgend jaar.

Volgens de demissionaire bewindslieden zijn extra middelen vereist om de groeiende instroom van zaken te kunnen verwerken. ‘Als de huidige meerjarige instroomverwachtingen uitkomen en er, ook in latere jaren, geen aanvullende financiering beschikbaar komt, zal dit onvermijdelijk leiden tot oplopende voorraden en doorlooptijden,’ schrijven de bewindslieden in de memorie van toelichting van hun begroting.

Zij melden dat vanaf 2013 al meer geld nodig is, maar dat het kabinet maar ‘in beperkte mate’ extra budget beschikbaar heeft gesteld. Doordat de verhoging van de griffierechten niet is doorgegaan, is er in de ramingen van V en J een tekort van ongeveer 40 miljoen euro voor de rechtspraak ontstaan.

In één passage schrijven de bewindslieden dat dit financiële gat door de rechtspraak zelf gedicht moet worden. Elders in de begroting merken ze echter op dat er ‘Ven J breed’ gezocht wordt naar een oplossing. Dat zou kunnen betekenen dat andere uitgavenposten van het ministerie worden aangesproken.

De bewindslieden zijn nog wel van plan om de doorlooptijden van standaardstrafzaken te verlagen. Uiterlijk in 2015 zou tweederde van die zaken binnen een maand afgedaan moeten worden.

Tekst: Maarten Bakker

Advertentie