Als het aan de Amsterdamse deken ligt, mag Bram Moszkowicz een half jaar lang niet meer optreden als advocaat. Moszkowicz’ raadsman Gabriël Meijers vindt dat ‘onevenredig zwaar’. ‘Deze zaak heeft ook een politieke dimensie.’
Ver hoefde Bram Moszkowicz zijn advocaat niet te zoeken: het is zijn buurman op de Amsterdamse Herengracht, Gabriël Meijers (Meijers Canatan Advocaten). ‘Maar dat heeft er niets mee te maken,’ zegt Meijers, die naast strafrechtadvocaat ook tuchtrechtadvocaat is.
125 duizend gulden
‘Volkomen ongepast’ noemt hij de uitspraak van de Amsterdamse deken Germ Kemper, die in de media zei dat Moszkowicz ‘lak heeft aan de regels en aan zijn cliënten’. Meijers, die ooit stage liep bij Moszkowicz Advocaten: ‘Moszkowicz legt de regels over het ontvangen van contante betalingen en het overleg met de deken anders uit dan de deken zelf. Maar mijn cliënt heeft de tuchtrechtspraak aan zijn kant.’ Meijers verwijst naar de – naar zijn zeggen – enige vergelijkbare zaak, die vijftien jaar geleden speelde. ‘Toen had Gerard Spong 125 duizend gulden in contanten aangenomen – weliswaar onder het regime van de Bruyninckx-richtlijn – zonder de deken hierover in te lichten. Dat was niet klachtwaardig,’ zegt Meijers nu. En dat principe geldt nog steeds.
Strijdige plichten
Want van een advocaat wordt niet alleen verwacht dat hij de verordeningen naleeft – in dit geval door hoge contante bedragen te melden aan de deken – maar óók dat hij handelt als een ‘zorgvuldig advocaat’ – dus door ook de geheimhouding te respecteren. Dat zijn strijdige plichten, aldus Meijers. ‘En ook al is de Bruyninckx-richtlijn vervallen, het principe dat het beroepsgeheim boven de meldingsplicht gaat, staat nog steeds overeind. Natuurlijk kan de tuchtrechter in deze zaak anders oordelen, maar we moeten nu constateren dat de regels nog niet zijn uitgekristalliseerd. Daarom vind ik het ongepast dat de deken, vooruitlopend op de eerste uitspraak van een rechter, over dit vraagstuk al te kennen geeft dat mijn cliënt lak heeft aan de regels: hij interpreteert ze slechts anders. Bram Moszkowicz, benadrukt Meijers, heeft ook geen lak aan zijn cliënten. ‘Integendeel. Het waarborgen van de belangen van zijn cliënten staat voor hem voorop, zelfs als de handhaving van zijn beroepsgeheim tot voor hem persoonlijk negatieve gevolgen zou leiden.’
Niets nieuws
Wel heeft Moszkowicz toegegeven dat twee andere klachten terecht zijn: het niet behalen van voldoende studiepunten en het te laat deponeren van de jaarstukken. ‘Maar dat valt allemaal in te halen,’ zegt Meijers. ‘Om die reden vind ik de maatregel waar de deken om verzocht – een onvoorwaardelijke schorsing van een half jaar – onevenredig zwaar.’ Deken Germ Kemper blijft echter bij zijn standpunt. ‘Op zitting heb ik niets nieuws gehoord dat mij op andere gedachten had kunnen brengen.’
Vergrootglas
Het kan ermee te maken hebben dat Moszkowicz in de media en in de advocatuur onder een vergrootglas is komen te liggen. Hij is een BN’er en niet onomstreden. Meijers: ‘Het feit dat hij bekend is, heeft er uiteindelijk ook toe geleid dat het tot deze zaak is gekomen.’ Kemper geeft dat ook wel toe. ‘Moszkowicz heeft de pech gehad dat er in de krant berichten verschenen over de discussie die hij met de Belastingdienst voerde. Zo werd ik op het spoor gezet, en heb vervolgens de zaak onderzocht. Dat zou bij een andere advocaat ook zijn gebeurd, als er over hem was geschreven.’
Tekst: Michel Knapen