De bedrijfsjuristerij is populair. Meer advocaten dan ooit kijken tegenwoordig uit naar een carrière in het bedrijfsleven. Een overstap vanuit de advocatuur lijkt een voor de hand liggende stap, maar de twee beroepen zijn steeds meer echte vakken apart geworden. Wie is geschikt en wat kun je als advocaat verwachten als je overstapt? En wat blijft vaak verborgen voor de aspirant-counsel? Inhouse, inside out.

Dus je wilt graag dichter bij de business staan? Zoekt een betere work-life balance? Je wilt meer een team player worden? Graag eerder bij het proces betrokken zijn en een hechter klantcontact? Misschien is de bedrijfsjuristerij dan iets voor jou, denk je. Althans, als je de standaard-antwoorden moet geloven die veel advocaten geven, gevraagd naar hun motieven om advoca-tuur te verruilen voor het bedrijfsleven. Maar hoe ziet een leven dicht bij de business er echt uit na een overstap?

Andere kant van de tafel

‘Wat heb ik gedaan?’ was de strekking van een paniek-mail die Reinder Schortinghuis aan zijn loopbaancoach stuurde, nog geen week na zijn overstap van het Amsterdamse Boekel De Nerée advocaten en notarissen naar legal op het hoofdkantoor van Sara Lee te Utrecht. Het was even wennen, zo dicht bij de business na vijfenhalf jaar advocatuur op de secties vastgoed en ondernemingsrecht.

Schortinghuis: ‘Aanvankelijk schrok ik een beetje. De oudere mannen op de juridische afdeling zag ik als mijn nieuwe voorland. Het viel natuurlijk mee, het bleken allemaal prima kerels te zijn. Maar ik moest er wel erg aan wennen dat het juridische opeens niet meer het belangrijkste was. Niet de corebusiness, maar ondersteunend.’

Het is een omschakeling voor elke advocaat die de private practice achter zich laat en in de huid van inhouse counsel kruipt. Van fee-earner nu zelf fee-burner. Het recht — altijd het hart van de zaak — is opeens bijzaak. Van de bescherming van een eigen kamer naar een kantoortuin. Weg is het niet-storenlampje naast de deur: voor-taan moet je altijd aanspreekbaar zijn. Van een leidende naar een dienende rol. Het is de andere kant van de tafel.

Toch voelen steeds meer advocaten de aantrekkingskracht van het bedrijfsleven. De bedrijfsjuristerij blijkt hip. Internationaal is die trend ook zichtbaar: de Association of Corporate Councel (ACC) publiceerde in juli 2012 een onderzoek waaruit bleek dat zes van de tien advocaten in de EMEA-landen een rol inhouse ambieert. Een in Amsterdam gebaseerde headhunter schat dat van de tien kandidaten die zich tegenwoordig bij haar melden er zelfs acht zeggen iets in het bedrijfsleven te willen — weg uit de advocatuur.

Kneedbaarheid

In een advocatenbestaan komen natuurlijke momenten langs van reflectie op het vervolg van de carrière. Voor stagiaires, medior en senior medewerkers die niet verder kunnen groeien is dat gedwongen; anderen zijn gewoon klaar voor iets nieuws.

Advocaat-stagiaires en mediors zijn in de huidige markt gewild, zegt Tamara Boonstra, manager Legal & Tax bij Michael Page International, een werving- en selectieorganisatie. Michael Page bemiddelt vooral in-house juristen en advocaten afkomstig van de top-10 kantoren en zoekt voor hen een match met organisaties in een breed scala aan sectoren.

Overstappen naar het bedrijfsleven is voor wat jongere juristen relatief eenvoudig, zegt Boonstra. Salarissen en eisen matchen vaak, er is een goede juridische basis gelegd en er is nog ‘kneedbaarheid’ van de advocaat naar de vorm die het bedrijfsleven wenst. Bedrijven vermoeden van wat oudere advocaten soms wat meer conflict met het gezochte profiel: commercieel, oplossingsgericht en praktisch ingesteld. Te risico-avers kan dan het vooroordeel zijn.

We vragen Boonstra naar denkbeelden die bij advocaten leven voorafgaand aan een overstap. Over het algemeen hebben kandidaten een goed beeld van wat ze verwachten en zoeken, zegt ze. Er wordt de advocaat wel altijd een spiegel voorgehouden. ‘Soms vinden we een zeer typische advocaat tegenover ons die juridisch inhoudelijk sterk is. We vragen naar wat die kandidaat triggert, wat deze zoekt in een nieuwe rol en omgeving. Op het moment dat mensen zeggen dat ze een specialist zijn en graag zeer inhoudelijk bezig willen zijn, dan stellen we de vraag of ze als advocaat niet al goed op de plek zitten.’

‘Sommige advocaten denken dat ze meer bewegingsvrijheid zullen krijgen als counsel. Als wij ze vragen waar ze dan heen willen, blijkt dat meestal een grote corporate te zijn. De verantwoordelijkheid die je daar krijgt, hoeft niet altijd groter te zijn. Bij de grote bedrijven heb je vaak grote aantallen juristen met meer afgebakende terreinen, dus je taak kan relatief gezien minder breed zijn dan bij een middelgroot bedrijf of start-up.’

De wens om bedrijfsjurist te worden is vrijwel nooit door materieel gewin ingegeven. Salarissen van counsel en advocaat zijn de afgelopen jaren wel naar elkaar toe gegroeid. ‘Maar wie als senior medewerker in de advocatuur, zeg met zeven of acht jaar ervaring op zak, overstapt naar een functie onder het niveau van General Counsel of Legal Manager, levert soms nog fors in,’ volgens Boonstra. Beloning hangt ook van de sector en specialisatie af. Naar M&A is momenteel minder vraag. Juristen met een achtergrond in IP, regulatory of financieel recht zijn nu gewild.

Dicht bij de business — ken je plek
Goed, je bent binnen en staat eindelijk dichter bij de business — het meest gehoorde mantra is ook meteen het vaagste van allemaal. Ook Schortinghuis had die wens. ‘Ik wilde dichter bij de business staan, en had lang de illusie dat ik erbij hoorde, maar ik bleef toch de jurist. Uiteindelijk, na drieënhalf jaar als counsel, had ik die illusie niet meer.’

‘Realiseer je dat er een grens is die je niet over kunt,’ onderstreept Joris Backer. ‘Niet dat de bedrijfsjurist dat niet wil, maar de manager wil niet de hele tijd een advocaat in zijn werkkamer.’ Backer was tien jaar lang Director Corporate Legal van de Schiphol Group. Hij nam daar recent afscheid en is nu zelfstandig adviseur en senator voor D66 in de Eerste Kamer.

Backer heeft in de 22 jaar als jurist in het bedrijfsleven de statuur van het vak zien stijgen. Dat ziet hij aan het aanbod, zowel in aantal als de kwaliteit van de mensen die hem benaderden over de jaren.

Een advocaat zal zich snel moeten aanleren zijn versie van recht te vertalen naar het recht in de praktijk van het bedrijf, aldus de belangrijkste les van Backer, gevraagd naar wat een advocaat zal moeten afleren. ‘Een van de allermoeilijkste dingen voor een advocaat, als ze overstappen, is beseffen dat het recht geen corebusiness meer is. Het recht is een hulpmiddel om het bedrijf de doelstelling te laten bereiken die het bedrijf zich gesteld heeft. Als je recht als corebusiness ziet, heb je een groot probleem.’

‘Vanuit de advocatenpositie is dat zeer lastig,’ vervolgt hij. ‘Vertalen van extern advies — een van de kernfuncties van de bedrijfsjurist — gebeurt rekening houdende met interne tegenkrachten of krachtverdeling binnen het bedrijf. Omdat er vaak verschillend wordt gedacht over bepaalde vraagstukken, moet je het zo voor kunnen leggen dat er een besluit genomen kan worden. Als je dat kan, heb je het oor van de directie en de rest van het bedrijf. Kom je met een ingewikkeld verhaal zonder oplossingen, dan… Onthoud goed: men is zeer actiegericht.’

Vooroordelen

Backers woorden doen vermoeden dat er een imagoprobleem aan advocaten kleeft binnen het bedrijfsleven. Te onbuigzaam en theoretisch?

‘Ik moest na mijn eigen overstap als advocaat enorm tegen vooroordelen vechten,’ herinnert Pauline van Benthem zich. ‘Het vooroordeel was dat advocaten mensen met twee linkerhandjes zijn. Te weinig praktisch ingesteld.’

Van Benthem begon als advocate bij NautaDutilh, verliet de advocatuur voor wat uiteindelijk een positie als counsel werd bij Reckitt Benckiser. Ze helpt tegenwoordig, als consultant en eigenaar van Cleverlaw, counsels en legal departments met het goed opzetten van de kerntaken en het managen van de interne en externe relaties.

Ze noemt zichzelf een zeer bewuste overstapper. Ze wist dat ze de advocatuur maar voor even leuk vond en verkoos een echt productiebedrijf als volgende stap. Voor haar was het cliché om eerder in het proces betrokken te willen worden een reden om voor het bedrijfsleven te kiezen. Als litigator vond ze het jammer dat de interactie ad hoc begon en het contact na een geding abrupt weer eindigde. Ze zocht meer betrokkenheid en samenspel: ‘Een advocaat gaat voor de inhoud of het gevecht bij de rechter. Dat motiveert een goede advocaat. Terwijl ikzelf vaak dacht: er komt iemand met een probleem, hoe kan dat nou, hoe had je dat kunnen voorkomen? Daarom was ik beter geschikt voor het bedrijfsleven.’

In de wensen van Van Benthem kun je een begin zien van waar de typen ‘advocaat’ en ‘bedrijfsjurist’ van elkaar verschillen; dat bepaalt misschien wie zich in welke habitat het meest thuis voelt en excelleert. De probleemoplosser tegenover de probleemvoorkomer. Van Benthem ziet het ook terug in de typen ‘solist’ versus ‘team player’, waar de advocaat steeds in de eerste categorie valt. Het onderscheid is zwart-wit, maar de verschillen in waar mensen voldoening uit halen, zijn reëel.

Gaande het gesprek met Van Benthem ontstaat een steeds duidelijker beeld van het gat dat tegenwoordig tussen het vak van advocaat en inhouse counsel gaapt, niet alleen in menstypen, maar ook vakinhoudelijk. Een gat dat groter is geworden in de afgelopen jaren, volgens Van Benthem.

De ontwikkeling die ze beschrijft is dat een counsel, naast jurist, steeds meer manager wordt. Een greep uit de zaken waar een counsel naast het juridische mee te maken krijgt: kosten berekenen. Zelf inkoop van IT-oplossingen regelen. Bepalen waarvoor je extern advies nodig hebt en wanneer je zelf adviseert. Budgetteren — een belangrijk onderdeel dat veel angst oproept. Juristen staan bekend als cijferschuw. Advocaten die overstappen naar het bedrijfsleven hebben vaak geen kaas gegeten van deze dingen. Je hebt al deze kopzorgen niet als advocaat. De klant vraagt je iets en dat doe je.

Werkdruk
Nog een idee dat vaak onder advocaten leeft wordt door Van Benthem naar de prullenbak verwezen: de work-life balance en werkdruk zijn beter in het bedrijfsleven. ‘Dat is zo’n onzin!’ reageert Van Benthem. Ze legt uit dat vanwege de crisis bezuinigingen hun tol hebben geëist: ‘Vaak is er geen secretariële ondersteuning. Gewoon alles zelf doen. Als bedrijfsjurist moet je daarom ook enorm handig zijn met een computer. Denk daarom niet dat het rustiger werken is. Als bedrijfsjurist word je bovendien de hele dag overvraagd,’ vult ze aan. ‘En dat wordt alleen maar meer.’ Ze benadrukt dat de uren die gedraaid worden misschien op menselijker tijdstippen vallen dan in de advocatuur soms gebruikelijk is, maar de druk op de jurist tijdens die uren is groter en complexer dan in de advocatuur: ‘Omdat het veel directer is, je zit dicht bij je collega’s. In de advocatuur is er meer afstand tussen jou en de cliënt. Een collega voelt zich vrijer om je onder druk te zetten. Dus is het belangrijk te kijken naar wie degene is die jou onder druk zet, waar die in de organisatie zit, en te beoordelen of die prioriteit heeft. Je moet altijd die stap terug kunnen doen en kijken hoe dat verzoek in het grotere plaatje past van wat de top van het bedrijf wil,’ aldus Van Benthem.

Ook dat is iets waar volgens haar er een steile leercurve gemaakt moet worden door een beginnend bedrijfsjurist: de wereld leren kennen van interne krachten die vaak verborgen blijft voor een externe advocaat. Er moet parallel daaraan een gevoel ontwikkeld worden voor wat belangrijk is voor het bedrijf — de strategie. Daarom moet een jurist goede relaties ontwikkelen met de top van het bedrijf, begrijpen wat de strategie is, en het werk daar op afstemmen. ‘Dat leer je in de advocatuur totaal niet,’ volgens Van Benthem. ‘Nederlandse bedrijfsjuristen zijn slecht in het in lijn brengen van hun prioriteiten met die van het bedrijf. Het is amateurisme, helaas.’

PR bedrijven
Zowel Backer als Van Benthem benadrukt nogmaals iets wat een externe advocaat moet beseffen als deze inhouse counsel wordt: een legal department heeft een dienende rol. Een open deur, zo lijkt het. Maar ze trappen die deur toch in, niet alleen omdat het functioneel zo is, maar omdat de positie die de afdeling binnen het bedrijf inneemt ook een politieke dimensie met zich meebrengt. Legal heeft PR nodig binnen een organisatie, want je bent een kostenpost. Bestendiging van je plek in het bedrijf bij de top vereist zowel management als framing — helemaal in crisistijd.

‘Budget is een moeilijke discussie,’ volgens Backer. ‘Je gaat die nooit winnen op de opbrengstenkant. Wel op de kostenkant, als men het gevoel heeft dat je onvoldoende scherp bent op je kosten. Het gaat erom dat de cliënt ziet dat je met de juiste dingen bezig bent, snel reageert, alert bent en zorgt dat je goede mensen hebt zitten. Met slechte mensen is een afdeling altijd te groot.’

PR is één van haar stokpaardjes, zegt Van Benthem: ‘De top van het bedrijf denkt: er gaan zoveel tonnen of miljoenen om bij Legal en ze kunnen geeneens een budget maken. Ik zet Inkoop er wel op. De bedrijfsjurist heeft dan geen goede PR omdat hij niet kan uitleggen waarom er tonnen worden uitgegeven aan de advocaat. Wat je nu ziet gebeuren, is dat Inkoop er niet naast zit, maar er soms overheen gaat. Dat regelen, ook via goede interne PR, is de kern van de taak van jou als jurist. Het is jouw proces, jij moet het managen.’

Een jaar verder
Het is inmiddels duidelijk dat alleen vanuit het juridische gedacht een overstap logisch lijkt, maar dat alle zaken eromheen ook overpeinzing behoeven voordat de stap gemaakt wordt. Het blijkt een vak apart. Van Benthem vat samen: ‘Je moet een overstap alleen maken omdat je in je bestaan als advocaat iets mist, bijvoorbeeld als je echt onderdeel wilt zijn van een team. Is dat niet je ding, blijf dan advocaat. Je kunt wel tegen allerlei zaken aanlopen in de advocatuur, maar dat wil niet zeggen dat je geschikt bent als bedrijfsjurist.’

Backer vult aan: ‘De uitdaging is voor sommige advocaten tegelijk de valkuil. Omdat het juridisch soms niet zo ingewikkeld is, is het voor sommige juristen niet interessant. Maar de complexiteit zit vaak in de operationele en financiële risico’s van de onderneming. Als bedrijfsjurist moet je die inschatting kunnen maken.’

Backer, Van Benthem en Schortinghuis schatten in dat de omschakeling van advocaat naar effectieve counsel een jaar duurt. Zo lang kost het om het bedrijf te leren kennen. Een ontwikkeling die ook doorloopt is het leren kennen van jezelf en wat bij je past. Voor Schortinghuis bestond dat eruit dat hij uiteindelijk het juridische helemaal verliet en manager van een businessunit werd binnen Sara Lee: ‘Ik zag het als een groot compliment dat men mij die kans gaf. Het betekende voor mij waardering omdat ik werd gezien in mijn potentie als persoon, niet alleen als iemand die een kunstje kon — dat van jurist.’

‘Mijn kracht als manager is dat ik goed mensen in hun eigen kracht kan zetten. Dat had ik nooit geleerd als ik advocaat was gebleven. Maar je weet het niet, als ik zelf het partnertraject was ingegaan misschien wel. Destijds had ik niet genoeg zelfvertrouwen om mezelf zo te zien. Ik zou nu niet zo snel meer bedrijfsjurist willen zijn bij een grote corporate, dan eerder bij een mkb of een start-up, maar wel met een meer leidende rol. Ik wilde, toen ik de advocatuur verliet, dichter bij de business staan, maar ik kwam er uiteindelijk achter dat ik zelf de business wilde zijn.’

Download artikel als PDF

Advertentie