Het is de laatste vraag van de avond maar jeugddelinquent Kim, die vaak genoeg de rechtbank van binnen heeft gezien, weet het echt niet: ‘Mag ik eigenlijk ook bij strafzaken van anderen kijken?’ Haar vraag volgt op een twee uur durend debat, georganiseerd door de Rechtbank Den Bosch en de maatschappelijke organisatie ProDemos. De organisatoren hopen via het debat te kunnen uitleggen wat rechters doen en wil bovendien graag horen hoe jongeren dat zelf zien. Wordt er goed gestraft, zitten ze er naast? Eén van de interessantste uitkomsten: jongeren zouden een rol moeten krijgen in het jeugdrecht om de context van daden in de jeugdcultuur te duiden.
Befje op, befje af
Na een opwarmertje met korte quizvragen over strafrecht, te beantwoorden met een papieren ‘befje op, befje af’, is de eerste stelling meteen ladingdekkend: ‘moeten jongeren harder worden gestraft?’ De teneur onder de ‘professionals’ die reageren is eensgezind: ‘Het voorkomt recidive niet,’ zegt een medewerker van een jeugdinrichting, ‘eenmaal buiten vallen ze terug in het oude patroon.’ Een gemeenteambtenaar zegt dat hij vooral last heeft van jongeren die nu boven de 18 zijn, tijdens hun jeugd in detentie zaten en een opleiding en sociale vaardigheden missen. Dat bevestigt één van de jonge delinquenten: ‘Ik zit nu vijf jaar vast. Gisteren kreeg ik er nog een jaar bij. Het maakt me niks uit, het verandert niks.’ Diverse sprekers hekelen de gebrekkige nazorg voor jonge ex-delinquenten en de dodelijke werking van een strafblad dat de kans op een nieuw begin blokkeert. ‘Niet de straffen moeten zwaarder, de begeleiding moet zwaarder.’
Pedagogische basis
Een man die zichzelf voorstelt als ‘vakkenvuller van de Albert Heijn’ werkt in de Bijlmer en pleit voor een nieuwe vorm van dienstplicht en discipline. Hij ziet in zijn omgeving dat een celstraf voornamelijk ontzag van leeftijdgenoten afdwingt. Een meisje merkt op dat veroordeelde jongeren in haar omgeving hun taakstraf ‘de leukste tijd ooit’ noemen. Dat beeld kan kloppen, zegt één van de jongerenwerkers. Sommige jongeren krijgen bij een taakstraf voor het eerst in hun leven aandacht: ‘Het helpt om daarna je zaakjes beter te regelen.’ Kinderrechter Ingrid zegt dat vergelding vooral een functie heeft in het volwassenenrecht en dat jeugdrecht een pedagogische basis moet houden. ‘Ik laat me niet ompraten door politiek of media,’ zegt ze, doelend op de discussie over de 15-jarige ‘Facebookmoordenaar’ die onlangs tot 12 maanden cel – de wettelijke maximumstraf voor minderjarigen – veroordeeld werd.
Youth court
Op de stelling of jongeren door jongeren berecht moeten worden, reageren vooral de jongeren zelf afwijzend: ‘Jongeren kunnen de gevolgen niet goed overzien,’ zegt een meisje. Eén van de jeugdwerkers oppert wel dat jongeren de daden van hun leeftijdgenoten ‘beter in een context kunnen plaatsen.’ Wetenschapper Suzanne zegt dat in Amerika al wordt gewerkt met zogenoemde Youth Courts. Daar mag een jury van jongeren binnen een beperkt aantal ‘keuzemogelijkheden’ een leeftijdsgenoot een straf opleggen – nadat deze al bekend heeft en het onderzoek ter zitting is afgerond. Toch durven de meeste aanwezigen die verantwoordelijkheid niet aan. Eén van de rechters vergelijkt het systeem met militaire rechtspraak, waarbij ook een vertegenwoordiger uit het leger betrokken is. Jeugdrechter Ingrid gelooft ook niet in lekenrechtspraak, maar wil jongeren wel laten meedenken over de strafmaat.
Jeugddelinquent Kim zegt dat ze erg zenuwachtig werd toen bij de behandeling van haar zaak een complete schoolklas op de publieke tribune plaatsnam. ‘Het was net alsof ik op straat werd berecht.’ Ze oppert om vaker mensen te laten toekijken bij een strafzaak. Na het bericht dat alle strafzaken openbaar zijn en vanaf de publieke tribune kunnen worden bijgewoond, neemt Kim zich meteen voor gauw weer eens naar de rechtbank te komen. Maar dan als bezoeker. De debatjury roept haar aan het einde van de bijeenkomst uit tot beste debater van de avond. Stralend neemt Kim het applaus in ontvangst.