Twee op de drie werknemers willen zelf hun werktijden bepalen, zo bleek uit recent onderzoek. In de advocatuur blijft echter het idee overheersen dat flexibel werken niet kan, omdat cliënten dat niet zouden willen. Maar is hen dat eigenlijk ooit weleens gevraagd?
Geconfronteerd met het vertrek van één van haar medewerksters die de opvoeding van haar kinderen niet met een fulltime baan dacht te kunnen combineren, krabde Marieke van Gelder zich achter de oren, zegt ze. ‘Het is een traditionele gedachte dat je als advocaat in de commerciële praktijk niet in drie dagen je werk zou kunnen doen. Dat willen cliënten namelijk niet. Dat had ik ook van anderen gehoord voordat ik mijn eigen kantoor startte. Dus toen ik dit met die medewerkster besprak, hadden we allebei het idee “dat kan niet in de commerciële advocatuur.” Maar het bleef me wel triggeren, want waarom kan een volwaardige praktijk niet samen met werken in deeltijd? Maar met hoeveel mensen ik hierover ook sprak, er leek geen beweging in te krijgen.’
Totdat Van Gelder, terwijl ‘automatisering steeds meer in opkomst kwam,’ de term ‘flexibel werken’ voor het eerst hoorde. ‘Flexibel werken en eventueel minder dan fulltime, dat moet kunnen, dacht ik, ook in de commerciële advocatuur. Anders blijven we goede mensen verliezen. In plaats daarvan zouden we naar een meer duurzame inzetbaarheid van mensen toe moeten werken. Maar wat mij opviel in de vele artikelen en stukken die ik over Het Nieuwe Werken las, was dat er veel geschreven wordt over wat medewerkers willen, maar dat de cliënt eigenlijk nooit iets gevraagd wordt. Want wat als een advocatenkantoor erachter komt dat hun cliënten het eigenlijk wel best vinden wanneer ze hun advocaat alleen van 8.00 tot 12.00 uur en van 17.00 tot 21.00 uur kunnen bereiken?’
‘Kort maar krachtig’
Om daar achter te komen, besloot Van Gelder hulp in te schakelen. Niet alleen omdat het lastig is om te achterhalen wat cliënten echt willen, aldus Van Gelder, ‘maar inmiddels zat er ook een boel tijd en geld van mijzelf in.’ Ze vroeg subsidie aan bij het Europees Sociaal Fonds, opgericht om innovatie en behoud van werkgelegenheid in de Europese lidstaten financieel te steunen en te stimuleren. Ze schakelde Bureau Hence in om een onderzoek op te zetten en uit te voeren. Onderdeel van dat onderzoek is een online enquête naar de verwachtingen van de cliënt ten aanzien van zijn zakelijke dienstverlener, aldus Van Gelder. ‘Deze is bedoeld voor zowel werkgevers, medewerkers als voor cliënten. Ik hoop op een representatieve enquête waar ten minste 5000 advocaten en 10.000 cliënten aan meedoen. We zijn hard bezig geweest de vragen zo te formuleren dat het maximaal vijf minuten kost om het onderzoek in te vullen. Kort maar krachtig.’
En om zelf alvast een idee te krijgen van wat er leeft onder cliënten, organiseerde Van Gelder deze zomer een workshop met cliënten van advocatenkantoren. ‘Dat was een heel bijzonder, gemêleerd gezelschap. We hadden mensen van Defensie en uit de ICT en horeca, branches die wel flexibel moeten werken. Hen vroegen we hoe zij aankijken tegen hun advocaat en wat ze van hem of haar verwachten. Ook waren we benieuwd naar wat zij denken dat de invloed is van flexibel werken op het werk van de advocaat.’
En die blijkt niet gering, zo gaven de deelnemers aan. Zo is de verwachting dat de vraag naar meer flexibele tarieven zal toenemen; ook zal het advocatenpand aan importantie inboeten ten opzichte van het virtuele kantoor; en die advocatenkantoren waar flexibel werken binnen afzienbare tijd de norm is, zullen dat in hun arbeidsmarktcommunicatie kunnen verzilveren.
Wat hoopt Van Gelder met dit onderzoek te bereiken? ‘Juristen zijn over het algemeen risicomijdend en dat staat haaks op innovatie. Ik hoop dat mensen, rekening houdend met de wensen van de cliënt, gaan nadenken over mogelijkheden.’ Daarnaast wijst ze graag op de economy factor. ‘Flexibel werken is meer dan alleen softe factoren. Reiskosten worden bijvoorbeeld minder en de uitval gaat naar beneden. Je zal mogelijk minder cliën-ten bedienen, maar dat zegt toch niets over de kwaliteit? Nu zit er weinig tussen nul en honderd procent en dat is ontzettend jammer. Er lekt zoveel kwaliteit weg.’