mrs. Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp,
Meeter, Van Griensven, Fleers en Hulleman
Behandeling zaak door niet-advocaat
Behandeling van een zaak door een juridisch medewerker, niet zijnde advocaat, laakbaar?
– Advocatenwet art. 46 (1.2. vereiste communicatie met de
cliënt, 1.4. kwaliteit van de dienstverlening, 1.4.3. andere tekortkomingen)
– Gedragsregels 4, 38
Overwegingen van het hof
(…)
Het hof stelt voorop dat een advocaat die voor de behandeling van een aan hem toevertrouwde zaak een juridisch medewerker inschakelt, op zichzelf niet tuchtrechtelijk verwijtbaar handelt indien die behandeling geschiedt in overleg met hem en onder zijn supervisie. Een dergelijke werkwijze laat immers onverlet dat de advocaat verantwoordelijk is voor de wijze waarop de belangen van zijn cliënt worden behartigd en dat hij daarop ook (tucht – rechtelijk) kan worden aangesproken. Aan het hof is niet gebleken dat mr. X, die door de Raad voor Rechtsbijstand als advocaat aan klager was toegevoegd, de behandeling van klagers zaken geheel aan mr. A [juridisch medewerker niet zijnde advocaat, bew.] heeft overgelaten in die zin dat hij, mr. X, daarbij niet als verantwoordelijk advocaat betrokken zou zijn geweest. De enkele omstandigheid dat tussen klager en mr. X niet of nauwelijks rechtstreeks contact is geweest doet daaraan op zichzelf niet af. Het hof komt dan ook tot de slotsom dat de juistheid van de aan de klacht ten grondslag liggende stelling dat klager niet door een advocaat, dat wil zeggen mr. X, is bijgestaan niet kan worden vastgesteld, zodat deze klacht bij gebrek aan feitelijke grondslag ongegrond dient te worden verklaard.
(…)
Volgt
Het Hof van Discipline vernietigt de beslissing van de Raad van Discipline voor zover daarbij (…) de klacht gegrond is verklaard en aan verweerder een maatregel is opgelegd; en in zoverre opnieuw recht doende: verklaart de klacht ongegrond.