Binnen de vrijheid die de advocaat heeft om de belangen van zijn cliënt te behartigen kan het passen om niet te reageren op telefonische of schriftelijke verzoeken van een wederpartij om informatie.

– Advocatenwet artikel 46 (3.1 Vrijheid van handelen).

– Gedragsregels 1, 9.

 

Raad van Discipline Den Haag, 12 februari 2001

(mrs. Verhoeven, Degenaar, Gilhuis, Van Oven en Verhulst)

 

Feiten

Klager heeft werkzaamheden verricht voor de cliënt van mr. X, waarvoor de cliënt van mr. X medio 1997 met klager een be talingsregeling heeft getroffen. De cliënt van mr. X komt zijn be talingsverplichtingen niet na.

In oktober 1997 deelt mr. X aan klager mee de belangen te

behartigen van de debiteur in kwestie en doet hij, namens de debiteur, het aanbod dat 40% van de openstaande rekeningen tegen finale kwijting wordt betaald.

Een jaar later schrijft klager aan mr. X onder meer dat hij een jaar voordien al schriftelijk had geantwoord op het voorstel, sindsdien op zijn initiatief enige malen telefonisch contact met mr. X heeft gehad, waarbij mr. X telkens verklaarde doende te zijn met het afwenden van faillissementsaanvragen en daarom om geduld vroeg, en toezeggingen om dat schriftelijk te bevestigen niet is nagekomen. Klager verwijst voorts in zijn brief naar een laatste telefonisch contact, enige weken voordien, waarbij mr. X verzekerde dat ofwel zijn cliënt ofwel hijzelf een en ander schriftelijk zou bevestigen, welke toezegging niet is waargemaakt. Klager schrijft vervolgens

‘In de afgelopen twee weken heb ik diverse malen getracht met u opnieuw telefonisch overleg te hebben. Steeds kreeg ik te horen, dat u in bespreking bent, en werd door uw telefoniste/secretaresse toegezegd, dat u zou terugbellen.

Omdat u tot nu toe nooit hebt teruggebeld en ook andere toezeggingen nooit bent nagekomen, ben ik ernstig gaan twijfelen aan uw goede wil, goede trouw en ook uw betrouwbaarheid. Ik kan u melden, dat wij hiermee geen genoegen kunnen nemen, en beraden ons thans op passende acties. (…)’

De klacht behelst dat mr. X nalaat op brieven te reageren en telefonisch onbereikbaar is.

 

Overwegingen van de Raad

Een advocaat heeft in het algemeen een grote vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem en de cliënt goeddunkt. Het tuchtrecht dient er niet toe een advocaat in die ruime beleidsvrijheid te beperken. Mede gelet op het feit dat mr. X ter zitting heeft aangegeven, dat hij bij zijn houding jegens klager handelde in opdracht van zijn cliënt, is niet gebleken van een handelen door mr. X in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.

 

Beslissing

Verklaart de klacht ongegrond.

Download artikel als PDF

Advertentie