Optreden van een advocaat tegen een partij, die vroeger cliënt van het kantoor is geweest.

– Advocatenwet art. 46 (2.4.2 tegenstrijdige belangen van verschillende cliënten)

– Gedragsregel 7 lid 1

 

Raad van Discipline Leeuwarden, 7 maart 2001

(mrs. Van Riessen, Van Duursen, Hemmes, Meijer en Volgelsang)

 

Feiten

Het advocatenkantoor Z heeft jarenlang de belangen behartigd van de vennootschap A, klaagster, en daaraan gelieerde rechtspersonen. Op een gegeven moment beëindigt klaagster de relatie met Advocatenkantoor Z. Enige tijd later wendt de heer B zich tot mr. X van Advocatenkantoor Z met het verzoek zijn belangen in een arbeidsgeschil met klaagster te willen behartigen. Mr. X aanvaardt de opdracht. Klaagster acht het niet aanvaardbaar dat mr. X voor de heer B optreedt nu het kantoor van mr. X gedurende vele jaren de belangen van klaagster heeft behartigd.

 

Overwegingen van de raad

Het is vaste rechtspraak, dat een advocaat of diens kantoor geen tegenstrijdige belangen mag behartigen en ook overigens uitermate voorzichtig moet zijn dat zich geen belangenconflicten kunnen voordoen. Daaraan ligt ten grondslag het beginsel dat de cliënt erop mag vertrouwen dat hetgeen hij aan de advocaat meedeelt geheim blijft en nimmer tegen hem gebruikt kan worden en meer in het algemeen dat hij de advocaat die hij heeft ingeschakeld ter behartiging van zijn belangen niet tegenover zich zal vinden. Dit uitgangspunt strekt zich ook uit tot de kantoorgenoten van de betrokken advocaat en betreft derhalve het kantoor als zodanig. Onweersproken heeft mr. X gesteld, dat hij of zijn kantoor nimmer enige bemoeienis heeft gehad met arbeidsrechtelijke kwesties van klaagster. Uit de aan de raad overgelegde bescheiden en het verhandelde ter zitting is niet gebleken, dat mr. X of zijn kantoor in de onderhavige zaak beschikte over en/of gebruik heeft gemaakt van informatie en gegevens waarvan hij kennis droeg op grond van eerder optreden van hem of zijn kantoor in zaken van klaagster. Het enkele feit, dat mr. X of diens kantoor in het verleden is opgetreden in zaken van op één of andere wijze aan klaagster gelieerde (rechts)personen, brengt niet vanzelf mee dat ervan mag worden uitgegaan, dat mr. X over vertrouwelijke informatie beschikte of kon beschikken, die hij thans tegen haar zou gebruiken.

 

Volgt

Ongegrondverklaring van de klacht.

Download artikel als PDF

Advertentie