Verhouding tussen toegevoegde piketadvocaat in strafzaak en door de familie benaderde voorkeuradvocaat.

– Advocatenwet art. 46 (2.3. gedragingen in strafzaken, 5.3. overname van zaken)

– Gedragsregel 22 lid 1

 

Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch 8 januari 2001

(mrs. Bleeker, Henselmans, De Bont, Van Dooren en Van der Eerden)

 

Feiten

Klager treedt op als toegevoegde piketadvocaat van Y, die in bewaring is gesteld. Mr. X benadert klager telefonisch met de mededeling dat hij door de familie van Y is aangezocht om als voorkeuradvocaat op te treden en dat hij Y wil bezoeken. Klager stemt niet in met dat bezoek. Hij is bereid de zaak aan mr. X over te dragen, maar alleen nadat hem gebleken is dat dit de wens van zijn cliënt is. Mr. X bezoekt niettemin diezelfde dag Y, die zich aansluit bij de keuze van zijn familie. Na terugkeer op kantoor laat mr. X telefonisch aan de secretaresse van klager weten dat het klager niet meer is toegestaan om Y te bezoeken.

 

Klacht

Mr. X heeft de gedetineerde cliënt van klager bezocht ondanks uitdrukkelijke mededeling van klager dat hij aan dat bezoek zijn goedkeuring onthield.

 

Overwegingen van de raad

In de situatie dat klager optrad als toegevoegde raadsman van Y behoefde mr. X toestemming van klager om Y te bezoeken. Het standpunt van mr. X dat hij als voorkeuradvocaat van de familie in de zin van artikel 38 Sv. hoe dan ook vóór klager ging, ook als Y zelf nog geen andere keus dan voor klager had bepaald, is onjuist. Mede gelet op de onderlinge verhouding tussen advocaten bij de overname van een strafzaak en het door hen te voeren deugdelijk overleg als bedoeld in gedragsregel 22 lid 1, diende mr. X klager de gelegenheid te bieden bij Y te verifiëren of hij, bijvoorbeeld op basis van de keuze van zijn familie, mr. X als voorkeuradvocaat wilde aanwijzen.

 

Volgt

Gegrondverklaring met waarschuwing.

Download artikel als PDF

Advertentie