mrs. Van der Hulst, Borkhuis, Bosma,

Breuning ten Cate en Knüppe

 

Zelfstandigheid publiekrechtelijk orgaan

B en W van een gemeente kunnen niet namens een muziekschool, die een zelfstandig publiekrechtelijk orgaan is, klagen.

– Advocatenwet art. 46 (6. tuchtprocesrecht)

 

Feiten

B en W van een gemeente, klager, verwijten mr. X dat hij zich met de behartiging van tegenstrijdige belangen heeft belast omdat hij zowel de belangen van een docente van de muziekschool in een arbeidsrechtelijk geschil met de muziekschool heeft behartigd als advies heeft uitgebracht aan de muziekschool over de opheffing van de muziekschool. Voor dat laatste advies heeft het dagelijks bestuur van de muziekschool zich tot mr. X gewend toen de muziekschool er al mee bekend was dat mr. X de belangen van de docente in het arbeidsgeschil behartigde en namens haar een bezwaarschrift had ingediend tegen een voorgenomen besluit om haar te ontslaan.

 

Overwegingen van de raad

Klager kan niet vereenzelvigd worden met de muziekschool. De muziekschool is een zelfstandig publiekrechtelijk orgaan, dat niet wezenlijk verschilt van een besloten vennootschap of een naamloze vennootschap, zodat voor de verhoudingen binnen het dagelijks bestuur van een publiekrechtelijk orgaan aansluiting gezocht kan worden bij de verhoudingen binnen het bestuur van een vennootschap. Ook een minderheidsaandeelhouder heeft financiële belangen binnen de vennootschap en zal zich moeten neerleggen bij meerderheidsbesluiten van het bestuur van de vennootschap zonder daartegen zelf iets te kunnen ondernemen. Dit betekent dat slechts het dagelijks bestuur bezwaar zou kunnen maken tegen de verweten handelwijze, hetgeen het dagelijks bestuur niet heeft gedaan. De raad beoordeelt klager derhalve bij gebrek aan voldoende belang niet ontvankelijk in zijn klacht.

 

Volgt

Niet-ontvankelijkverklaring van klager.

Download artikel als PDF

Advertentie