Toevoegingsperikelen in strafzaken. Buitengewone omstandigheden daargelaten is het niet klachtwaardig wanneer een advocaat aan een andere advocaat kenbaar maakt dat, indien die andere advocaat aan een bepaald verzoek niet voldoet, rechtsmaatregelen dan wel een klachtprocedure zullen worden overwogen.

– Advocatenwet artikel 46 (5.3 Niet een andere advocaat persoonlijk attaqueren).

– Gedragsregel 17.

 

Raad van Discipline Amsterdam, 18 december 2000

(mrs. De Groot, Van den Biesen, Breederveld, Van Es, Knipscheer en Slot)

 

Feiten

Mr. Y staat A bij in een strafzaak, op een verzoek van een vriend, Z. Z betaalt terzake een voorschot aan mr. Y. Mr. Y bevestigt schriftelijk aan Z dat hij de zaak van A zal behandelen op betalende basis, hoewel A wellicht in aanmerking komt voor gefinancierde rechtsbijstand.

Enige dagen later laat mr. X aan mr. Y weten dat hij door A gevraagd is de zaak over te nemen, waarna mr. Y het dossier aan mr. X toezendt. Mr. X verzoekt aan de Raad voor Rechtsbijstand om de zaak op toevoegingsbasis te mogen behandelen en vraagt toestemming om meer dan de reguliere uren aan de zaak te mogen besteden, in verband met het feit dat (ook) mr. Y reeds werkzaamheden in de zaak had verricht. Kort daarna laat mr. X aan mr. Y weten dat hij het in rekening gebrachte honorarium via de derdenrekening van mr. X dient te restitueren nu aan A op basis van een toevoeging rechtsbijstand wordt verleend, en dat hij bij het indienen van de toevoegingsdeclaratie de door mr. Y bestede uren zou meenemen. Indien mr. Y niet aan dit verzoek van mr. X voldoet, zouden rechtsmaatregelen en een klacht tegen mr. Y volgen.

Mr. Y betaalt het door hem in rekening gebrachte bedrag terug, overigens niet via de derdenrekening van mr. X maar rechtstreeks aan Z. Vervolgens laat de Raad voor Rechtsbijstand aan mr. X weten dat de door mr. Y bestede uren niet voor vergoeding in aanmerking komen omdat de rechtsbijstand in kwestie niet op basis van een toevoeging was verleend. De mededeling in kwestie geeft mr. X ongeveer zes weken later door aan mr. Y, waarna deze een klacht tegen mr. X indient.

De klacht behelst dat mr. X, in strijd met de gemaakte afspraken, de werkzaamheden van mr. Y niet op reguliere wijze zou hebben gedeclareerd bij de Raad voor Rechtsbijstand, de Raad onjuist over de werkzaamheden van mr. Y heeft geïnformeerd en pas na zes weken mr. Y in kennis heeft gesteld van de brief van de Raad. Bovendien klaagt hij erover dat mr. X hem onder druk van de aanzegging van een klacht heeft bewogen om het ontvangen voorschot te restitueren.

 

Beoordeling

Vast is komen te staan dat mr. X de door mr. Y verrichte werkzaamheden heeft gedeclareerd bij de Raad voor Rechtsbijstand, bij wege van een verzoek om mutatie van de eerder afgegeven toevoeging. Daarbij is niet aangegeven of mr. Y voor zijn werkzaamheden al dan niet betaald heeft gekregen. De Raad deelt op grond van het voorgaande niet het oordeel van mr. Y dat mr. X daarmee de Raad voor Rechtsbijstand onjuist over de werkzaamheden van mr. Y zou hebben geïnformeerd. Hierbij speelt een rol dat een kennisgeving van de Raad voor Rechtsbijstand geen beslissing is en dat het mr. Y vrijstaat om, indien hij zich met de kennisgeving niet kan verenigen, een voor beroep vatbare beslissing uit te lokken, zodat hij in beroep de gelegenheid heeft om de door mr. X verstrekte informatie zo nodig aan te vullen. Aan mr. Y kan worden toegegeven dat het eerst na zes weken doorsturen van een brief van de Raad voor Rechtsbijstand die evident van belang was voor mr. Y, niet fraai is. De Raad acht dit verzuim echter niet dusdanig ernstig, dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar zou zijn.

Het aan een collega-advocaat te kennen geven dat, indien deze collega-advocaat aan een bepaald verzoek niet voldoet, door de cliënt rechtsmaatregelen dan wel een klachtprocedure tegen deze advocaat worden overwogen is – buitengewone omstandigheden daargelaten – niet klachtwaardig. Van dergelijke buitengewone omstandigheden is niet gebleken. Mr. Y heeft er zelf voor gekozen aan het verzoek van mr. X te voldoen, daar waar hij ook de aangekondigde rechtsmaatregelen dan wel klacht af had kunnen wachten.

 

Beslissing

De Raad van Discipline verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

Download artikel als PDF

Advertentie