Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch, 24 september 2001
(mrs. Mertens-Steeghs, Kneepkens, De Bont, Theunissen en Ten Brummelhuis)
Het als advocaat blijven functioneren tijdens een schorsing in de uitoefening van de praktijk. Het niet-beantwoorden van brieven en sommaties van de deken.
– Advocatenwet artikel 46, 48 (2.2 Bezwaren van de deken)
– Verordening op de Beroepsaansprakelijkheid
– Boekhoudverordening
– Gedragsregel 37
Bezwaar van de deken
Mr. X heeft ondanks dat hij een schorsing van vier weken in de uitoefening van zijn praktijk tijdens de periode van schorsing zijn naambord niet veranderd en is ter zittingen van de rechtbank blijven verschijnen, zulks ondanks uitdrukkelijke aanwijzing ter zake van de deken. Mr. X is als procureur bij de rechtbank in twee procedures blijven optreden. Voorts heeft mr. X in het kader van de controle op de naleving van de Verordening op de Beroepsaansprakelijkheid en de Boekhoudverordening verzoeken van de deken om aan te tonen dat hij aan zijn verplichtingen voldeed, niet beantwoord.
Overwegingen Raad
Het als advocaat blijven functioneren tijdens een schorsing in de uitoefening van de praktijk, het niet-aantonen dat hij tegen beroepsaansprakelijkheid verzekerd is en het niet-beantwoorden van de sommaties van de Deken om aan te tonen dat hij voldoet aan de Boekhoudverordening zijn evenzovele signalen dat mr. X de meest elementaire plichten van de advocaat volstrekt negeert. Hierdoor stelt mr. X zich willens en wetens buiten de advocatuur en geeft hij er blijk van voor het beroep van advocaat niet geschikt te zijn.
Volgt
Gegrondverklaring van het bezwaar van de deken en oplegging van de maatregel van schrapping van het tableau.