Het komt nog wel eens voor dat in de voorwaarden van een overeenkomst een standaard percentage tariefverhoging per jaar staat opgenomen.
Als reden wordt immer de prijsinflatie genoemd. De btw-verhoging naar 21% is momenteel een dankbaar excuus voor veel bedrijven om de indexering nog eens flink op te schroeven. Echter, de consument heeft de mogelijkheid de overeenkomst op te zeggen.
Met 2-0 achter
Op grond van de nieuwe bepalingen inzake de grijze en de zwarte lijst (6:236 sub j., sub p. en sub q. BW en 6:237 sub k., sub l. en sub o) kunnen duurovereenkomsten in beginsel voor maximaal een jaar worden gesloten. ‘Voor een langere periode worden de overeenkomsten vermoed onredelijk bezwarend te zijn,’ aldus advocaat Pjotr Heemskerk van Loyens & Loeff. ‘Hiertegen kan de gebruiker van de algemene voorwaarden nog wel wat inbrengen, maar die staat daardoor in beginsel al wel met 2-0 achter.’
Recht op beëindiging
Bovendien heeft de consument na een stilzwijgende verlenging altijd het recht de overeenkomst te beëindigen met een termijn van in beginsel één maand. Let wel: afhankelijk van de soort overeenkomst en de manier waarop deze stilzwijgend wordt verlengd. Heemskerk: ‘Hierdoor is het belang van indexering/prijsverhoging wat mij betreft afgenomen of in ieder geval beperkter dan voorheen het geval was.’
Mogelijkheid te ontbinden
Toch blijft het mogelijk om indexering standaard in de voorwaarden van een duurovereenkomst op te nemen. ‘Maar indien de prijs binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst wordt verhoogd door de verkoper, dient de consument de mogelijkheid te hebben om de overeenkomst alsnog te ontbinden bij een prijsverhoging,’ licht Heemskerk toe. ‘Is dat niet het geval, dan is de gehele bepaling inzake de indexering in beginsel nietig’ (6:236 sub i BW). Een normaal percentage aan indexatie is overigens niet te geven. Het is zeer gebruikelijk aan te sluiten bij inflatiecijfers van het CBS voor het indexeren van prijzen.
Tekst: Annemarie van de Weert