Hof van Discipline, 14 juni 2002, nr. 3424
(mrs. Fransen, Beker, Hooykaas, Paulussen en Scholten)
Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch, 7 mei 2001
(mrs. Mertens-Steeghs, Peeters, Kneepkens, Martens en Hegeman)
Wensen van de cliënt ten aanzien van de behandeling van de zaak zijn richtinggevend voor hetgeen de advocaat onderneemt.
Declaratieperikelen.
– Advocatenwet, art. 46 (1.1 Beleidsvrijheid; 1.4.3.1 Financiële verhouding)
– Gedragsregels 8 en 9
Feiten
Mr. X behandelde voor een cliënte een letselschadezaak, gevolg van een verkeersongeluk in 1996. In februari 1999 schreef hij aan de verzekeraar van de wederpartij onder meer: ‘In tegenstelling tot u, mijn medisch adviseur en ondergetekende, wenst cliënte vooralsnog niet af te wikkelen.’ Desondanks deed hij in die brief een voorstel om het smartengeld te fixeren op ƒ 20.000, inclusief wettelijke rente. Dit handelen leidde tot het eerste klachtonderdeel.
Mr. X had die verzekeraar voorts een declaratie van ƒ 6.000 gezonden, waarvan de verzekeraar slechts ƒ 2.000 betaalde. Mr. X zond daarop aan zijn cliënte een rekening van ƒ 4.000 en ging, toen betaling uitbleef, tot gerechtelijke incasso over. Zijn cliënte, de klaagster, beriep zich op een toezegging van mr. X dat de kosten van zijn rechtsbijstand door de verzekeraar zouden worden vergoed. Dit was het tweede klachtonderdeel.
De raad achtte beide klachtonderdelen gegrond en legde mr. X de maatregel van berisping op.
Overweging hof
Mr. X heeft erkend dat hij in zijn brief van februari 1999 aan de verzekeraar van de wederpartij van klaagster een voorstel heeft gedaan tot minnelijke regeling van de zaak voor wat betreft het smartengeld, terwijl de klaagster met dit verzoek niet had ingestemd. Klaagster had – in tegendeel – juist aan mr. X meegedeeld dat zij nog geen afwikkeling van de zaak wenste en dat zij een second opinion wilde afwachten. Uitgangspunt dient te zijn dat de wensen van een cliënt ten aanzien van de behandeling van de zaak richtinggevend zijn voor hetgeen de advocaat onderneemt.
Het is niet aan de advocaat om te bepalen wat het psychische of gezondheidsbelang van de cliënt is, als deze welomschreven wensen daaromtrent kenbaar heeft gemaakt. In geval tussen de advocaat en de cliënt verschil van mening rijst voor de wijze waarop de zaak moet worden behandeld en dit verschil van mening in onderling overleg niet kan worden opgelost, dient de advocaat zicht terug te trekken. De vertrouwensrelatie tussen advocaat en cliënt wordt in ernstige mate geschonden door aan de wederpartij een dergelijk verschil van mening kenbaar te maken en door te handelen in strijd met de uitdrukkelijke wens van de cliënt. Het hof onderschrijft het oordeel van de raad dat mr. X de belangen van de klaagster heeft geschaad en dat hij heeft gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.
Mr. X stelt dat het hem vrijstond klaagster een bedrag ad ƒ 4.000 in rekening te brengen toen de wederpartij ter zake van rechtsbijstand niet meer dan ƒ 2.000 wenste te vergoeden, omdat hij klaagster niet had toegezegd dat (de verzekeraar van) de wederpartij alle kosten zou betalen. Mr. X stelt dat hij zich het recht heeft voorbehouden bij klaagster op de kosten terug te komen. Klaagster heeft dit betwist. Zij stelt dat mr. X haar onvoorwaardelijk heeft verzekerd dat de wederpartij zijn declaraties zou voldoen.
Desgevraagd heeft mr. X deze mededeling ter zitting van het hof bevestigd, zij het dat hij daaraan zegt te hebben toegevoegd dat zulks ‘in beginsel’ het geval zou zijn. Mr. X heeft de door hem gestelde financiële afspraken niet schriftelijk aan de klaagster bevestigd. Het was aan mr. X de afspraken met betrekking tot de kosten duidelijk aan de klaagster te bevestigen.
Nu mr. X dat niet gedaan heeft, gaat het hof uit van de juistheid van de stellingen van klaagster. Het stond mr. X derhalve niet vrij klaagster een nota te sturen toen de verzekeraar niet bereid bleek te zijn de declaratie geheel te voldoen. Of deze declaratie bovenmatig hoog was, kan in dezen buiten beschouwing blijven. De raad heeft slechts vermeld dat de verzekeraar kennelijk die mening was toegedaan. Deze overweging was niet redengevend voor de beslissing.
Volgt
Bekrachtiging van de beslissing van de raad.