Hof van Discipline, nr. 3094, 18 januari 2002
(mrs. Balkema, Byvanck, Minderhoud, Goslings en Sterk)
Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch, 6 december 1999
(mrs. Mertens-Steeghs, De Bont, Luchtman, Theunissen en Paulussen)
Advocaat handelt onder de gegeven omstandigheden behoorlijk door aan zijn cliënt uitgebrachte dagvaarding alsnog aan te brengen.
– Advocatenwet artikel 46 (2.2 Wat een behoorlijk advocaat betaamt;
5.4 Welwillendheid in het algemeen)
– Gedragsregels 17 en 23 lid 2
Feiten
Mr. Y, klager, dagvaardde namens zijn maatschap een cliënt van mr. X tegen de zitting van 18 februari 1999 van de rechtbank. Omdat de zaak bij de kantonrechter had moeten worden aangebracht, bracht mr. Y op 9 februari 1999 een nieuwe dagvaarding tegen de cliënt van mr. X uit en nu voor de kantonrechter zonder de eerste dagvaarding in te trekken. De eerste dagvaarding werd door mr. Y niet aangebracht. Mr. X gaf zijn procureur opdracht om de eerste dagvaarding te laten inschrijven en een akte van niet-dienen te nemen met een proceskostenveroordeling. De rechtbank veroordeelde de maatschap van mr. Y tot betaling van griffierechten en salaris procureur. Bij brief van 29 april 1999 verzocht mr. X mr. Y voormelde bedragen te betalen alsmede een bedrag voor nakosten.
Inhoud van de klacht
Mr. X heeft in strijd gehandeld met de Gedragsregels 17 en 23 lid 2 en daarmee in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt door geen contact met klager op te nemen teneinde kosten te voorkomen en door nodeloos kosten te maken die hij vervolgens op mr. Y en diens kantoorgenoten tracht af te wenden.
Overwegingen raad
In het algemeen kan men stellen dat een advocaat geen verwijt kan treffen wanneer hij handelt volgens de mogelijkheden die de wet (in casu het procesrecht) hem biedt. In casu stond het mr. X vrij om, nu de eerste dagvaarding niet was ingetrokken, procureur te stellen en een kostenveroordeling te vragen. Voorts merkt de raad op dat mr. X twee dagen voor de datum waarop de dagvaarding zou worden aangebracht, zich via een fax met mr. Y in verbinding heeft gesteld, mr. Y mededeelde dat hij van plan was zijnerzijds de dagvaarding aan te brengen en hem het voorstel deed om ter vermijding daarvan de kosten volgens geldend tarief te voldoen, zodat mr. Y daarvan tijdig op de hoogte was gesteld. De raad acht de klacht ongegrond.
Overwegingen hof
Het hof is van oordeel dat mr. X niet in strijd heeft gehandeld met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt noch met enige gedragsregel door vervolgens de als eerste aan zijn cliënt uitgebrachte dagvaarding alsnog aan te brengen.
Volgt
Bekrachtiging van de beslissing van de raad.