Raad van Discipline Amsterdam, 10 december 2001
(mrs. De Groot, Goppel, Karsten, Rigters en Romijn)
Indien een advocaat in een echtscheidingsprocedure optreedt voor beide echtelieden gebeurt dit op basis van volledige gelijkheid van informatie. Aan de andere kant heeft de advocaat zich te houden aan zijn geheimhoudingsplicht. Bij een conflict tussen deze beide uitgangspunten dient de advocaat onmiddellijk terug te treden.
– Advocatenwet art. 46 (1.3 de geheimhoudingsplicht; 2.4.2 tegenstrijdige belangen van verschillende cliënten)
– Gedragsregels 6 en 7
Feiten
Klager en zijn toenmalige echtgenote besluiten begin 2000 via één advocaat te scheiden. Zij wenden zich tot mr. X, die voor beide partijen gaat optreden. In augustus 2000 wordt het convenant getekend waarbij gezamenlijk ouderlijk gezag wordt overeengekomen. In september 2000 wordt de echtscheiding ingeschreven en in oktober van dat jaar stuurt mr. X zijn slotdeclaratie aan partijen. Begin december 2000 bezoekt de ex-echtgenote van klager mr. X op zijn kantoor. Zij stelt hem op de hoogte dat zij voornemens is zich met de kinderen in het buitenland te vestigen. Zij verzoekt mr. X om hierover geheimhouding te betrachten. Kort na het daadwerkelijk vertrek van de exechtgenote van klager met de kinderen stelt mr. X klager telefonisch op de hoogte van het vertrek.
Klacht
1. Mr. X heeft de ex-echtgenote van klager ten onrechte geadviseerd ter zake van haar vertrek met de kinderen uit Nederland.
2. Mr. X had niet voor beide partijen mogen blijven optreden toen een belangentegenstelling tussen partijen ontstond. Hij had zich ogenblikkelijk moeten terugtrekken, hetgeen hij niet heeft gedaan.
3. Mr. X heeft klager niet op de hoogte gesteld van de plannen van zijn ex-echtgenote onmiddellijk nadat hij van deze plannen op de hoogte was.
Overwegingen raad
1. Uit de stukken en uit hetgeen ter mondelinge behandeling is toegelicht, is niet komen vast te staan dat mr. X, naast het aanhoren van de mededeling van de ex-echtgenote van klager, haar ook zou hebben geadviseerd met betrekking tot haar vertrek uit Nederland. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond.
2. Op het moment dat de ex-echtgenote van klager zich begin december 2000 onverwachts tot mr. X wendde, was de echtscheidingszaak nog niet afgesloten zoals ter zitting is gebleken: mr. X diende nog een akte van scheiding en deling te controleren. Mr. X trad op dat moment derhalve nog op als advocaat van zowel klager als zijn ex-echtgenote. Als gevolg van de door hem vernomen mededeling kon mr. X niet langer neutraal blijven. Hij zag zich geconfronteerd met een ernstige belangentegenstelling tussen zijn cliënten. Indien een advocaat in een situatie als de onderhavige optreedt voor beide echtelieden gebeurt dit op basis van volledige gelijkheid van informatie. Aan de andere kant heeft de advocaat zich te houden aan zijn geheimhoudingsplicht. Deze uitgangspunten brengen met zich mee dat, wanneer blijkt van een conflict tussen deze beide uitgangspunten, de advocaat zich onmiddellijk dient terug te trekken. De raad is van oordeel dat het derhalve op de weg van mr. X had gelegen om zijn beide cliënten schriftelijk te berichten dat hij zich als advocaat zou terugtrekken, zonder daarbij informatie te verstrekken over de inhoudelijke mededeling van de ex-echtgenote van klager. Dit principe is van zodanig essentieel belang dat hieraan niet kan afdoen dat klager door het terugtrekken van mr. X mogelijk argwaan zou hebben gekregen over de aanleiding hiervoor. Door zich niet aanstonds na het blijken van de belangentegenstelling terug te trekken heeft mr. X gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die een advocaat betaamt. Dit onderdeel van de klacht is gegrond.
3. Zoals hiervoor omschreven, stond het mr. X gelet op zijn geheimhoudingsverplichting niet vrij klager op de hoogte te stellen van de inhoud van de mededeling van zijn ex-echtgenote. Dit onderdeel van de klacht is derhalve ongegrond. Het enkele feit dat mogelijk sprake zou zijn van een strafbaar feit brengt hierin geen verandering. Met het voorgaande is komen vast te staan dat mr. X is tekortgeschoten in de zorgplicht die hij ten opzichte van klager in acht behoorde te nemen. De raad neemt daarbij evenwel in aanmerking dat mr. X zich voor een dilemma gesteld zag door de ongevraagde en onverwachte mededeling van de ex-echtgenote van klager en de geheimhoudingsplicht die hij ten aanzien van die mededeling behoorde te betrachten. De raad zal om deze reden volstaan met de bevestiging van de hier geldende norm en aan mr. X geen maatregel opleggen. Volgt: partiële gegrondverklaring alsmede de verklaring dat mr. X jegens klager niet de zorgvuldigheid heeft betracht die bij een behoorlijke rechtshulpverlening betaamt.