Raad van Discipline ‘s-Gravenhage, 14 januari 2002

(mrs. Verhoeven, Degenaar, Gilhuis, Grootveld en Verhulst)

 

Het rechtstreeks inwinnen van informatie bij de werkgever van de wederpartij in een zaak waarbij de wederpartij wordt bijgestaan door een advocaat, is in beginsel in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.

– Advocatenwet art. 46 (3.3.3 Berichten aan een derde; 3.4 Jegens tegenpartij in acht te nemen zorg)

 

Feiten

Mr. X verleent bijstand aan de voormalige echtgenote van klager bij een verzoek tot wijziging van de voorlopige voorziening die betrekking heeft op de toevertrouwing van de minderjarige zoon van partijen. Mr. X schrijft op zeker moment een brief aan de werkgever van klager, waarin hij informatie vraagt over diens functieomschrijving, de aan zijn functie gekoppelde werklast en werktijden, de frequentie van buitenlandse reizen, de mogelijkheid vakantiedagen te kopen en het werk elke dag om 15.00 uur te verlaten, de mogelijkheid tot parttime werken en de uitvoerbaarheid van de door klager gemaakte afspraak in verband met de opvang en verzorging van zijn zoon. In de brief wordt voorts gesuggereerd dat klager zijn zoon buiten medeweten van de moeder heeft meegenomen.

De werkgever van klager heeft de brief besproken in aanwezigheid van de chef van klager. Kort daarna is klager ontslagen. De klacht houdt in dat mr. X onbetamelijk heeft gehandeld door rechtstreeks informatie in te winnen bij de werkgever van klager. Mr. X voert als verweer aan dat er drie overwegingen waren om de werkgever van klager rechtstreeks te benaderen. Het belang van de minderjarige was in het geding, stellingen van klager over zijn reis- en werktijden moesten worden weerlegd, en het vertrouwen in de advocaat van klager was geschaad op grond van eerdere ervaring in de onderhavige zaak.

 

Overwegingen van de raad

De raad overweegt dat een advocaat in beginsel een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt en dat deze vrijheid niet ten gunste van een tegenpartij mag worden beknot, tenzij daarbij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad.

Mr. X heeft met een brief, zonder tussenkomst van de advocaat van klager, informatie omtrent de werksituatie van klager en diens mogelijkheden zijn werk- en reistijden te wijzigen ingewonnen. Voorts is in deze brief gesuggereerd dat klager in strijd zou handelen met een gerechtelijke uitspraak.

Het rechtstreeks inwinnen van informatie bij de werkgever van de wederpartij in een zaak waarin de wederpartij wordt bijgestaan door een advocaat, is in beginsel in strijd met hetgeen een advocaat be – taamt. Zowel het type informatie dat de advocaat inwint als de bron waarbij die wordt ingewonnen behoort tot het domein van de wederpartij. Dit betekent dat een advocaat zich daarvoor behoort te wenden tot de advocaat van de wederpartij.

Het is de raad niet gebleken van enige omstandigheid die ertoe had kunnen leiden dat er een noodzaak was voor mr. X om anders te handelen. De door mr. X aangevoerde omstandigheden zijn onvoldoende om de handelwijze van mr. X te rechtvaardigen.

 

Beslissing

De raad verklaart de klacht gegrond en legt mr. X de maatregel op van enkele waarschuwing.

Download artikel als PDF

Advertentie