Raad van Discipline ‘s-Gravenhage, 14 oktober 2002
(mrs. Verhoeven, Degenaar, Gilhuis, Van Hilten-Kostense en Verhulst)
Indien een advocaat met beide echtgenoten overlegt over een mogelijk optreden door hem als echtscheidingsbemiddelaar ligt het op zijn weg om op voorhand duidelijkheid te scheppen over zijn positie en rol, meer in het bijzonder over zijn positie indien het niet tot een bemiddeling mocht komen. Indien deze duidelijkheid niet wordt geschapen staat het de advocaat niet vrij om voor één van partijen als advocaat op te treden indien het niet tot een bemiddeling komt, tenzij met toestemming van de andere partij.
– Advocatenwet artikel 46 (2.4 Het vermijden van belangenconflicten)
– Gedragsregel 7
Feiten
Klager en zijn echtgenote zijn voornemens een echtscheidingsprocedure aanhangig te maken. Mr. X laat aan de echtgenote weten dat hij bereid is als echtscheidingsbemiddelaar voor beide partijen op te treden. Mr. X kent de echtgenote uit anderen hoofde. Vervolgens vindt een langdurige bespreking plaats ten kantore van mr. X, waarbij klager inhoudelijke informatie verschaft aan mr. X. Er wordt gesproken over de financiële implicaties van een echtscheiding, vermogensrechtelijke aspecten, berekeningsmethodieken en kinderalimentatie. Twee dagen later laat klager aan mr. X weten dat hij niet van diens diensten als echtscheidingsbemiddelaar gebruik zal maken. Nadien treedt mr. X op als advocaat van klagers echtgenote.
Klacht
Aanvankelijk presenteert mr. X zich, en treedt hij op, als echtscheidingsbemiddelaar maar later als advocaat van klagers echtgenote. Mr. X had zich moeten terugtrekken toen bemiddeling niet mogelijk bleek, althans mr. X had klager vooraf moeten informeren dat, indien de bemiddeling geen doorgang zou vinden, hij wel voor klagers echtgenote als advocaat zou optreden.
Verweer
Mr. X brengt naar voren dat klager en diens echtgenote voor een louter oriënterende bespreking over de mogelijkheid van bemiddeling bij hem zijn geweest. Aan het einde van dit gesprek is afgesproken dat klager en diens echtgenote mr. X nader zouden informeren over de vraag of zij mr. X als bemiddelaar wensten in te schakelen. Klager heeft aan mr. X laten weten dat hij niet van zijn diensten gebruik wilde maken. Toen de advocaat van klager contact met mr. X opnam heeft hij voor het eerst kennisgenomen van klagers financiële voorstel, welk voorstel niet afweek van hetgeen tijdens de bespreking aan de orde is gekomen. Mr. X heeft met de echtgenote van klager afgesproken dat eerst bekeken zou worden of in overleg tot een oplossing kon worden gekomen. Toen klager aangaf daar niets in te zien heeft mr. X met klagers echtgenote afgesproken om als advocaat voor haar op te treden.
Overwegingen van de raad
Indien een advocaat met beide echtgenoten overlegt over een mogelijk optreden door hem als echtscheidingsbemiddelaar, ligt het op zijn weg om op voorhand duidelijkheid te scheppen over zijn positie en rol, meer in het bijzonder over zijn positie indien het niet tot een bemiddeling mocht komen. Indien deze duidelijkheid niet wordt geschapen, staat het een advocaat niet vrij om voor één van partijen als advocaat op te gaan treden indien het niet tot een bemiddeling komt, tenzij met toestemming van de andere partij. Immers, het enkele ontbreken van genoemde duidelijkheid brengt al het gevaar met zich mee dat partijen bij vorenbedoeld overleg inhoudelijk informatie verschaffen die zij niet zouden hebben verschaft indien zij zouden hebben geweten dat de advocaat mogelijk voor de andere partij als advocaat zou gaan optreden. Uit de correspondentie blijkt dat klager in de veronderstelling verkeerde dat tijdens de bespreking ten kantore van mr. X er over werd gesproken dat deze de rol van echtscheidingsbemiddelaar voor beide echtelieden vervulde c.q. zou gaan vervullen. Mr. X heeft niet voorkomen dat de betreffende indruk bij klager kon ontstaan. Mr. X heeft dit gesprek immers niet schriftelijk vastgelegd terwijl dit, ter vermijding van misverstanden omtrent zijn positie en de dienaangaande te verschaffen duidelijkheid, geboden was.
Onder deze omstandigheden had het naar het oordeel van de raad op de weg van mr. X gelegen om, na ontvangst van de brief van klager waarin deze duidelijk maakte dat hij van de diensten van mr. X als echtscheidingsbemiddelaar geen gebruik wenste te maken, zich terug te trekken en niet verder voor de echtgenote van klager op te treden, temeer nu de bespreking ten kantore van mr. X twee uren heeft geduurd en derhalve moet worden aangenomen dat inhoudelijke zaken de echtscheiding betreffende aan de orde zijn geweest.
Volgt
De raad verklaart de klacht gegrond en legt mr. X de maatregel op van enkele waarschuwing.