Raad van Discipline Amsterdam, 14 april 2003

(mrs. Kist, Hamer, De Meyere, Van der Plas en Rigters)

 

De advocaat die een ten overstaan van de Raad van Discipline gemaakte afspraak tot regeling van de kwestie waarop de klacht betrekking heeft niet nakomt, handelt niet behoorlijk.

– Advocatenwet artikel 46 (2.1 Wat in het algemeen niet betaamt)

– Gedragsregel 1

 

Feiten

In augustus 2001 wordt een klacht behandeld tegen mr. X. In het proces- verbaal van de zitting wordt vastgelegd dat mr. X een bedrag van ƒ 800 zal overmaken aan een charitatieve instelling en dat de klacht wordt ingetrokken. Vervolgens maakt mr. X een bedrag over aan een andere charitatieve instelling dan in het proces-verbaal genoemd. De klager begint vervolgens een kantongerechtsprocedure tegen mr. X, strekkende tot nakoming van de oorspronkelijke afspraak, waarop mr. X de bevoegdheid van de kantonrechter betwist en de nietigheid van de dagvaarding bepleit. De kantonrechter verwerpt deze verweren alsmede een inhoudelijk verweer en veroordeelt mr. X tot betaling van het oorspronkelijk overeengekomen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente. Mr. X wordt ook in de kosten van de procedure veroordeeld. De deken brengt ambtshalve als bezwaar bij de Raad van Discipline aan dat mr. X op eigen initiatief en zonder overleg anders heeft gehandeld dan ten overstaan van de Raad van Discipline was overeengekomen.

 

Beoordeling

Uit de stukken en uit hetgeen ter mondelinge behandeling van de klacht bij de raad naar voren is gekomen is genoegzaam komen vast te staan dat mr. X bewust op eigen initiatief en zonder overleg met en instemming van de oorspronkelijke klager een andersgerichte betaling heeft gedaan dan ten overstaan van de Raad van Discipline was overeengekomen. De bij de Raad van Discipline overeengekomen regeling was getroffen ter beëindiging van een tegen mr. X ingediende klacht.

De raad is van oordeel dat van een behoorlijk advocaat mag worden verwacht dat hij een afspraak, die ten overstaan van de Raad van Discipline is getroffen teneinde een tegen die advocaat ingediende klachtprocedure te beëindigen, stipt nakomt.

Mr. X is de overeengekomen regeling niet stipt nagekomen en heeft bovendien, nadat hem gebleken was dat diegene met wie die regeling was getroffen zich niet kon verenigen met de door mr. X zelfstandig gewijzigde betalingsregeling, niet alsnog spoorslags op juiste wijze betaalt, maar heeft het aan laten komen op een gerechtelijke procedure waarin hij ook nog op allerlei formele gronden verweer gevoerd heeft. De raad acht een dergelijke handelwijze dermate in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt, dat hij de maatregel van een berisping op haar plaats acht.

 

Beslissing

De Raad van Discipline verklaart het bezwaar gegrond en legt aan mr. X de maatregel van berisping op.

Download artikel als PDF

Advertentie