Voorzitter Raad van Discipline Arnhem, 3 februari 2003
(mr. Van Ginkel)
Het optreden van de adjunct-secretaris van de Raad van Toezicht in het kader van vervulling van aan de deken opgedragen taken valt onder verantwoordelijkheid van de deken.
– Advocatenwet artikel 46c, lid 3 jo lid 4 (6 Tuchtprocesrecht)
Feiten
Klager heeft zich bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement A. beklaagd over mr. X, adjunct-secretaris van de Raad van Toezicht. De klacht heeft betrekking op de instructie van een tegen klager als advocaat ingediende klacht.
Klager heeft zich erover beklaagd dat
a Mr. X willens en wetens in strijd heeft gehandeld met artikel 46c Advocatenwet door als niet-lid van de Raad van Toezicht de klacht van Y tegen klager te onderzoeken;
b Mr. X in strijd met artikel 46d niet getracht heeft de klacht van Y in der minne te regelen;
c Mr. X heeft geen inzicht gegeven in de wijze waarop de klacht van Y bij hem in behandeling is genomen.
Overwegingen raad
De klacht tegen mr. X ziet op zijn optreden als adjunct-secretaris van de Raad van Toezicht van de Orde van Advocaten. Mr. X is in loondienst van die raad werkzaam. Het in de klacht bedoelde optreden van mr. X valt onder de verantwoordelijkheid van de deken nu dit heeft plaatsgevonden in het kader van de vervulling van de aan de deken opgedragen wettelijke taken.
Volgt
Kennelijk niet-ontvankelijkverklaring van de klacht.