Filmproducenten vrezen voor een toename van het aantal juridische procedures over de auteursrechten.
Ook de CDA-fractie in de Tweede Kamer is daar bang voor. Het wetsvoorstel voor het auteurscontractenrecht zou niet duidelijk genoeg zijn. Het wetsvoorstel beoogt de rechtspositie van auteurs en uitvoerende kunstenaars ten opzichte van de exploitanten te verbeteren. Deze partijen worden gezien als de zwakkere partij in onderhandelingen over de overdracht van auteursrechten. Daarom legt het wetsvoorstel vast dat ze een billijke vergoeding moeten krijgen voor hun werk. Indien het een succes wordt, zouden exploitanten extra moeten betalen.
‘Veel open normen’
Filmproducenten Nederland (FPN), de Vereniging Nederlandse Animatie Producenten (VNAP), en Documentary Producers Netherlands (DPN) schrijven de Tweede Kamer in een reactie dat het wetsvoorstel veel open normen bevat. De begrippen ‘billijke vergoeding’, ‘aanvullende billijke vergoeding’ en de ‘proportionele billijke vergoedingen’ zouden niet duidelijk ingevuld zijn. Zij vrezen dat partijen in de filmbranche daardoor hun toevlucht moeten zoeken tot juridische procedures.
Ook de CDA-fractie in de Tweede Kamer denkt dat het wetsvoorstel een gang naar de rechter stimuleert. ‘Duidelijke handvatten om in individuele gevallen te beoordelen of een vergoeding inderdaad billijk of proportioneel is, lijken te ontbreken,’ constateert de fractie in schriftelijke vragen aan de regering. ‘Ziet de regering ook het risico van rechtsonzekerheid en van verspilling van energie en financiële middelen aan juridische procedures?’
Media-advocaat Douwe Linders uit Amsterdam verwacht ook dat het aantal procedures door het wetsvoorstel zal toenemen, hoewel dat niet heel erg veel zal zijn. ‘De regeling is technisch ingewikkeld en daardoor inderdaad voer voor juristen.’
Tekst: Maarten Bakker