Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch, 11 juli 2005

(mrs. Raab, De Bont, Peeters, Luchtman en Teeuwen)

 

De tuchtrechter houdt zich alleen bezig met de vraag of de advocaat tegen wie een klacht wordt ingediend zich tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gedragen. De civielrechtelijke aansprakelijkheid wordt beoordeeld door de civiele rechter.

– Advocatenwet artikel 46 (1.4 Kwaliteit van dienstverlening)

– Gedragsregels 1, 4 en 11

 

Feiten

Klagers hebben in 1999 hun huis te koop aangeboden en op 26 april 1999 aan A verkocht. Er was nog een andere gegadigde B. Deze stelde zich op het standpunt dat het huis eerder, op 23 april 1999, aan hem was verkocht. Hij heeft beslag laten leggen op het huis, waardoor klagers niet op tijd konden leveren aan A en hem een boete ad ƒ 21.945 moesten betalen. In hoger beroep heeft het hof geoordeeld dat het zijdens B gelegde beslag onrechtmatig is geweest. Klagers stellen dat hun raadsman mr. X hen ertoe bewogen heeft de volledige boete te betalen aan A. Mr. X heeft zich onvoldoende ingezet. De beslaglegging heeft onnodig lang geduurd. Mr. X heeft verstek laten gaan in de procedure tegen B en heeft vervolgens nagelaten dat verstek te zuiveren. Hierdoor was hij genoodzaakt tegen het verstekvonnis in verzet te gaan. Mr. X heeft nagelaten de makelaar aansprakelijk te stellen en is niet eerlijk tegen klagers geweest omdat hij te zeer gesteld zou zijn op die makelaar. Volgens mr. X hebben klagers hem nu juist medegedeeld de volledige boete te willen betalen. Mr. X heeft hun wel uitgelegd dat strikt contractueel bezien zij niet onder die boete uit zouden kunnen komen, maar dat wellicht in het kader van de onderhandelingen men op een lager bedrag uit zou kunnen komen. Het beslag heeft niet langer geduurd dan tot het moment waarop B zijn rechten op de woning prijsgaf. Mr. X erkent dat hij zich niet procureur heeft gesteld omdat klagers de declaratie nog niet hadden voldaan en hij meende alsnog tot een vergelijk te kunnen komen. Dan zouden griffierechten en kosten voor het opstellen van het processtuk bespaard kunnen worden. Dat het verstek uiteindelijk niet gezuiverd is, heeft slechts tot beperkte schade geleid (de kosten gemoeid met het in verzet gaan tegen het verstekvonnis). Mr. X heeft klagers voorgehouden dat het hem niet juist leek de makelaar aansprakelijk te stellen. Immers, klagers wilden graag aan A leveren. De makelaar heeft mr. X een aantal bescheiden en gegevens weten aan te reiken, waardoor mr. X een goede positie voor klagers kon opbouwen. De makelaar heeft zich zeer voor klagers ingespannen. Mr. X had een goede reden om de makelaar niet aansprakelijk te stellen.

 

Overwegingen raad

De raad stelt voorop dat de raad zich bij de beoordeling van een klacht alleen bezighoudt met de vraag of de advocaat tegen wie een klacht wordt ingediend zich tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gedragen. De beoordeling of een advocaat al dan niet civielrechtelijk aansprakelijk is, is voorbehouden aan de civiele rechter. Noch uit de aan de raad overgelegde stukken, noch uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is vast komen te staan dat mr. X klagers ertoe heeft bewogen de totaal verschuldigde boete te betalen. De raad acht de keuze van mr. X om de zaak even af te wachten en te kiezen voor een getuigenverhoor in plaats van een kort geding, verdedigbaar en in elk geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

Mede op basis van het getuigenverhoor is de eis in het vonnis van de rechtbank uiteindelijk ook afgewezen. Niet is komen vast te staan dat mr. X zich onvoldoende heeft ingezet voor de zaak van klagers waardoor onder andere de beslaglegging onnodig lang heeft geduurd. Uit de aan de raad overgelegde stukken is niet gebleken in hoeverre het verzuim van mr. X (het verstek laten gaan en vervolgens nalaten dat verstek te zuiveren) daadwerkelijk tot schade voor klagers heeft geleid. Op grond van het bovenstaande is vast komen te staan dat mr. X een beroepsfout heeft gemaakt. Naar het oordeel van de raad was deze beroepsfout, gelet op het feit dat mr. X vrij snel daarna zijn verzuim heeft hersteld door in verzet te gaan tegen het verstekvonnis en gelet op het feit dat niet is komen vast te staan dat klagers door de beroepsfout van mr. X daadwerkelijk schade hebben geleden, niet van dien aard dat mr. X hierdoor de grens van klachtwaardig handelen heeft overschreden. Niet is gebleken dat klagers mr. X direct verzocht hebben de makelaar aansprakelijk te stellen en dat hij klagers zou hebben medegedeeld dat hij dat niet zou kunnen doen omdat hij jegens de makelaar niet vrijstond. Mr. X zegt dat hij geen aanleiding zag de makelaar aansprakelijk te stellen omdat de makelaar juist aan de zijde van klagers stond en veel nuttige informatie verschafte. De stellingen van klagers dat mr. X in dezen niet eerlijk tegen hen is geweest omdat hij te zeer gesteld was op de makelaar is, als betwist door mr. X, niet komen vast te staan.

 

Volgt

Afwijzing van de klacht in alle onderdelen als ongegrond.

Download artikel als PDF

Advertentie